donderdag 7 maart 2019

Lumbricus terrestris ( Regenworm)

Wormen die te voorschijn komen bij regen noemen we Regenwormen. Zie kopfoto. Daar moest ik vanmorgen aan denken toen ik bij mijn ochtendbewegen (lopen of fietsen of in de eigen "gym" of tuinieren) overal op het pad dat ik ging ( wandelpad, fietspad, stoep, tuinpad) dode of bijna dode  Regenwormen zag liggen. Ik zou  wel een uur over 100 meter gedaan hebben  om ze te redden. Ondoenlijk. Eén heb ik wel van een wisse dood gered, met z'n 15 cm. lang kroop hij/zij  in de richting van de straat , op weg naar het einde. Ik heb hem/haar vermanend toegesproken, echter, de worm wilde niet luisteren en toen heb ik hem/haar met veel moeite maar bij de slijmerige lurven ( die hij/zij ontbeerde) gepakt, en terug gegooid in het gemeenteplantsoen. Gelukkig, want zo'n mooi groot beest verdient het niet om platgereden te worden.
Wormen zijn zowel mannelijk als vrouwelijk ( hermafrodiet) en hebben dan ook zaadcellen en eicellen. Ze kunnen zichzelf niet bevruchten, ze hebben een andere worm nodig om bevruchte eicellen te vormen. De geslachtsorganen zitten inwendig, dus niet in zadel zoals ik altijd dacht. ( Zadel is de witgele band aan de voorkant van het lijf) Bij de paring leggen ze de geslachtsopeningen tegen elkaar waarna geslachtscellen worden uitgewisseld.
Uiteindelijk komen de bevruchte eicellen in het zadel terecht waarbij door het opdrogende slijm een cocon wordt gevormd. Deze wordt "afgestroopt" , er komt uit deze cocon maar één jonge regenworm.
In werkelijkheid is de voortplanting veel ingewikkelder, lees het maar eens op Wikipedia. Goed voor een regenachtige dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten