vrijdag 28 november 2014

Kleumende Kieviten


De naam van dit logje hoort eigenlijk bij de kopfoto ( geplaatst op 28/11) ." Maar je schrijft over Kieviten toch in het voorjaar ?", zal een enkeling opwerpen. Nee hoor:  Als weidevogelbeheerder geniet ik in het voorjaar van hun baltsgedrag, geluid, eieren, nesten en jongen. In het najaar als vogelaar van de geweldige grote groepen, die  in de loop van de zomer en de herfst steeds groter worden. Het zijn onze Kieviten, maar ook vogels uit Noord-Europa. Nederland is zo'n beetje de overwinteringsplaats van Noordwest-Europa zolang het maar niet gaat vriezen. Dan verdwijnen ze na een paar dagen vorst naar het warmere zuiden. De vorstgrens zou hun plaats bepalen. Wel, ik heb ze in de Waverhoek vaak "op hun blote pootjes" op het ijs zien staan. Zoveel haast hebben ze ook weer niet. In de nazomer en de vroege herfst, als de boeren nog een keer kunnen maaien, vind je ze terug op het lichtgroene gras van een pas gemaaid weiland. Dan kunnen ze makkelijker bij de wormen en andere beestjes. Daarna, zoals de laatste weken, zie je ze bijvoorbeeld in de Waverhoek en de Groene Jonker, natuurontwikkelingsgebieden. Kleumend op een kleibankje, water rondom.  Bij alarm zijn ze altijd als eerste groep in de lucht, verschrikkelijk paniekerig. Als er echt een roofvogel langs komt zie je ze heel close snel heen en weer vliegen, meestal is het loos alarm en dwarrelen ze op dezelfde plek weer neer. Spreeuwen zoeken graag gezelschap van de groepen Kieviten en vliegen bij alarm veilig mee in de groep.

Winterkleed.
Op de foto hierboven een Kievit in winterkleed: geen onderscheid mannetje en vrouwtje, een gelige kop vooral de achterkant, de dekveren hebben na de rui een lichtbruine zoom die er in de loop van de winter en het voorjaar afslijt. Ook de kuif is bij beide geslachten kort.

Sneuper gunt zichzelf een lang weekend, tot maandag.

donderdag 27 november 2014

Voeren

Ik ben weer gaan voeren, niet omdat er  nu in de natuur al een tekort aan voer zou zijn, maar om de vogels uit onze en aanliggende tuinen en plantsoenen te laten wennen aan een vaste voerplek. Misschien hebben ze die, straks in de winter,  nog een keer hard nodig. Een flinke emmer om uit te strooien. Het duurt een dag voordat ze het in de gaten krijgen dat er wat te halen valt. Als de brutaalsten niet weggejaagd worden door mensen, katten en kauwen volgt spoedig de rest: mijn complete populatie Huismussen ( plm. 12 vogels), Vinken, Merels,  een voorzichtige Roodborst, zo straks ertussen een paartje Ringmussen ( zie foto), een Groenling en  een aantal Turkse Tortels. Een behoorlijk resultaat zo'n tweede dag. Er liggen ook wat appels, maar die zijn nog niet in trek.
Een Ringmus is een slag kleiner als de Huismus en zowel mannetje als vrouwtje hebben een chocoladebruin petje. Daaronder de zwarte vlek, het is geen complete ring. Het zijn wat rustiger types als de Huismussen, die kunnen toch ruzie hebben.
Houd je de Nationale Tuinvogeltelling 2015  in de gaten? 17 en 18 januari, zie website Vogelbescherming.

De foto is van Cees Willemsen.

woensdag 26 november 2014

Onze troetel-uil

Maandag zat onze "IVN"-Steenuil ook weer op z'n kast, zo te zien alleen. Ergens ten westen van Mijdrecht. Met roofvogels moet je oppassen met het geven van adressen, illegale vangst en handel liggen op de loer.
Al jaren wordt deze kast bewoond door Steenuilen, soms slaan ze een jaar over, maar meestal zie je in de broedtijd een paartje van de in Nederland kleinste uil rondscharrelen in de oude knotwilg. Soms één boven op de kast of ervoor, de ander in de kast voor het gat. Dit was de eerste uilenkast die de Uilenwerkgroep van het IVN uitzette. Het lijkt een bouwval, maar heeft altijd een uitstekend broedsucces. Ik heb 'm niet verder uitvergroot om te laten zien dat het uiltje in de warboel van takken bijna niet opvalt. Maar als de Knotgroep geweest is...........!!

dinsdag 25 november 2014

Kolganzen R30 en R27


R30 lime

Zoals gister vermeld heb ik vanaf Molenland het echtpaar R30 lime en R27 lime afgelezen. Eerst niet opgemerkt omdat ze met de kont naar me toe stonden, op een gegeven moment draaien ze een keer tijdens het grazen en zie je ze. Het was toen nog een hele toer om de code af te lezen. De grote letter
is meestal een makkie, maar de twee andere letters/cijfers kosten vaak meer tijd. In gebukte houding is één van de twee vaak bedekt met veren. Ik zag een adulte vogel over een sloot vliegen en nam het jong met zich mee. Daar liep ook de partner.  Ik ben ruim een kwartier bezig geweest om de uiteindelijke code vast te stellen. Ik ben ook wel eens een half uur bezig geweest.
Over het halsringonderzoek bij ganzen schrijf ik nog wel eens.
Lime betekent lichtgroen, de meeste ringen zijn zwart met een witte letter. De codes worden ingevoerd op de "Tracking Marked Geese " website, waarbij  je voor het invoeren  wachtwoorden nodig hebt. De website geeft ook zonder wachtwoorden veel informatie.
Dit echtpaar is geringd in Maren-Kessel, Noord-Brabant. Volgens de website op 2-1-2014 maar ik heb ze al ingevoerd op 28-12-2013. Ik weet zeker dat mijn datum klopt, ik heb mijn ringboekje
geraadpleegd. Als je de invoergegevens van de  twee ringen vergelijkt kloppen de afleesplaatsen, steeds tezamen. Echter is R27 vorige week even heen en terug naar Mecklenburg, Duitsland,  geweest, in ieder geval bij Luttow afgelezen. Zal wel een foute aflezing zijn, zo'n uitstapje tussendoor, en dan ook nog alleen, is onwaarschijnlijk.
Als je geen idee hebt van de grootte van een ring kijk dan even op het logje van 14 oktober.

maandag 24 november 2014

Rondje Ronde Venen

Vanochtend weer eens de Ronde Venen rond gereden. Op zoek naar de Kolganzen. Hier en daar wat plukjes van enkele tientallen, soms wat grotere plukken van honderd, maar de grote bulk van enkele duizenden bij elkaar kreeg ik niet direct te pakken. Ze zaten dan ook nog een keer zodanig ver weg of voor mij in de richting van de zon, dat ik de halsringen wel kon vergeten. Uiteindelijk vond ik de duizenden in de Ronde Hoep, maar ver weg in het midden, op een groot stuk land dat straks onder water komt te staan. Goed voor  Smienten,   ganzen en  Kieviten. Een sublieme rustplaats ver weg van de bebouwing. In de Waverhoek weer een Kleine Zwaan, gister ook al waargenomen, veel Wintertalingen en Slobeenden en altijd maar weer  Grauwe Ganzen. De Groote Wije was bijna leeg, in het midden een paar Futen. Op weg naar polder Demmerik/Donkereind moest ik op Demmerik zelf op de rem trappen, want een gezinnetje Knobbelzwanen stak, verkeer of niet,  doodgemoedereerd over. Geen stap sneller. Op de foto een jong in het tweede jaar. Het grijze verenpak wordt langzamerhand in dit jaar wit. Er zijn al wat witte dekveren en de slag- en staartpennen ruien ook naar wit.

Langs de Ter Aase Zuwe nauwelijks ganzen. Bij de ingang van het reservaat geschreeuw van een varken: ik kon er niet direct opkomen maar natuurlijk een Waterral !
Toen ik bijna thuis was kreeg ik vanaf Molenland eindelijk halsringen te zien: het echtpaar R30 lime en R27 lime met een jong. Morgen meer hierover.
Zo straks nog even  met mijn vrouw op Bosdijk gewandeld. Heerlijk rustig. Echter toen een helicopter overkwam gingen er duizenden, echt duizenden Kolganzen de lucht in!! Ze zaten tussen Bosdijk en het Donkereind, ook ver weg. Had ik die vanochtend gemist?
 
                                                     


zaterdag 22 november 2014

Vreemde kostgangers


De Knotwilg is in onze contreien bijna een Werelderfgoed, maar helaas, het zijn vooral culturele goederen die op de lijst staan. Let eens op de wijd uitgegroeide toppen, knotten,  van de Knotwilg. Je vindt een heel scala aan planten en paddestoelen, die een plaatsje hebben gevonden bovenin. Besdragende planten, een zaadje ter plekke uitgepoept door een vogel, en paddestoelen, die als spore meegevoerd zijn met de wind en een groeiplaats hebben gevonden op de knotten van een Knotwilg, zijn de meest voorkomende huurders van een plekje op de top. Hier, op Bosdijk- Nieuwer ter Aa, een Mycena. Welke weet ik niet, er zijn veel Mycena-soorten. Prachtig vind ik  de tegenstelling tussen de fijne , ijle vormen van de paddestoel, tegenover de bonkige houten, humusrijke  knot van de Knotwilg.

vrijdag 21 november 2014

Eekhoorn 2


Hoewel weer terug op 5 meter onder NAP toch nog een foto van Sciurus vulgaris. Dat betekent zoiets als de "Gewone schaduwstaart".  De Eekhoorn zit in de schaduw van z'n eigen staart. Karakteristiek over z'n rug gelegd. In dit geval heeft 'ie geen last van de zon, hebben we de hele week niet gezien behalve vanochtend toen we vertrokken, maar op deze plaats zit de staart niet in de weg. Hij sloopt, en snoept hier van, een dennenkegel

donderdag 20 november 2014

Eekhoorns



Een paar keer per jaar pogen mijn vrouw en ik een midweekje te pakken. In alle gevallen in een bosachtige omgeving. Weer eens wat anders dan de polders van het Groene Hart. Bij thuiskomst waarderen we dan des te meer de fraaie vergezichten. In het bos genieten we vooral van de Eekhoorns, met opzet gelokt door wat voer. Meestal een foeilelijk netje met pinda's. Sinds gistermiddag krioelen er hier drie rond. Ze moeten strijd leveren met meerdere Gaaien en winnen het meestal. Ik vermoed dat de Eekhoorns afkomen op de drukte van de Gaaien en zo het voer in de gaten
krijgen. Vlug een pinda pakken en die dan
snel in de bladeren verbergen om zo een winter-
voorraad aan te leggen. Een Eekhoorn houdt geen winterslaap maar gaat in de winter van tijd tot tijd het verborgen voedsel aanspreken. Hij schijnt dan meer af te gaan op z'n reukvermogen dan op z'n geheugen. Ik heb enkele keren gezien dat een Gaai, nadat een pinda was ingegraven, deze opzocht. 

De foto's zijn door het raam genomen met de telelens, vandaar de onscherpte.
                                                                             

zondag 16 november 2014

"Zilveren waterval van glasheldere tonen"

Het riedeltje van de Roodborst is zo ingewikkeld dat de vogelboeken geen poging doen om het te "vertalen" naar fonetische woorden. Geen KOE-koe-koe-koe...roe ( van een Houtduif), geen roepie roepie (van wijlen Toon Hermans), geen kieuwíet ( van onze Kievit), geen togruttogrut ( en niet gruttogrutto, luister maar eens goed volgend voorjaar), geen  TUUtelleTIEtellitiTUUtellu  (van de Heggenmus), maar ze noemen het een parelende zang met willekeurige tempo- en volumewisselingen. Vanochtend om plm. 05.00 uur hoorde ik onze huisRoodborst weer riedelen. Het was nog pikdonker en het duurde nog een paar uur voordat het licht werd, toch wist het vogeltje dat het tijd werd  om de nieuwe dag aan te kondigen. Altijd een heerlijk geluid en een teken dat de krantenjongen er aan komt.
Grote drommen komen in de herfst uit noordelijke streken en brengen hier de winter door, of ze steeds in dezelfde tuin bivakkeren weet ik niet, ik vermoed van wel . Bekend is de sterke territoriumdrift van Roodborsten in de winter. Fanatiek verdedigen ze dat tegenover andere Roodborsten. Ze laten zich echter vaak door  grotere tuinvogels overbluffen bij de voerplek. Bescheiden proberen ze een graantje mee te pikken.
Op deze archieffoto een Roodborst in een kale boom. Het kon niet uit eigen tuin zijn want ik heb geen Naaldbomen.Rechtsboven zie je een Dennennaald hangen. Via de datum , de EXIFgegevens ( foto met mijn camera gemaakt) kon ik in het vakantiefoto-archief achterhalen dat deze Roodborst in Groesbeek is gefotografeerd , vroeger meermalen in de herfst onze vakantieplaats.




P.S. de komende dagen zullen we doorbrengen op 28 meter boven NAP. Misschien lukt het een weblogje schrijven.

zaterdag 15 november 2014

Goudknopje

Als een waarneming van plant of dier op Waarneming.nl in rood wordt weergegeven is er wel wat aan de hand wat betreft de zeldzaamheid. Vandaag zet Fer vd. Lans, een goeie vogelaar trouwens, het Goudknopje in de Waverhoek op deze site. In rood. Ik wil niet zeggen dat je er over struikelt, zo groot is het plantje niet , maar naar mijn idee groeit het daar vooral in de zomer talrijk. Oorspronkelijk afkomstig uit Zuid Afrika, maar het  is ingevoerd en verwilderd. Het is nog niet zo lang in ons land, sinds 1972 werd het voor het eerst waargenomen in de Flevopolders. Het is een pioniersplant, vandaar in de Flevopolder en nu ook in de Waverhoek, ook daar pioniersplanten o.a. het Goudknopje. Het is een composiet, een samengesteld bloemige, met zo te zien alleen maar buisjesbloemen. Hoe zo'n pioniersplant in de Waverhoek terecht komt? Je zou kunnen denken aan watervogels die de zaden meevoeren in of aan  hun verenpak. Grauwe Ganzen misschien?

vrijdag 14 november 2014

Ochtendrood


Ik heb vandaag al zoveel uur achter de laptop en de iPad gezeten om die verborgen foto's weer boven water te krijgen, dat ik genoegen neem met een sfeerplaat. Wel mooi trouwens, al zeg ik het zelf. De RK-kerk te Driehuis als baken. Zijn kerktorens altijd.Deze foto is al weer een paar jaar geleden genomen, 's ochtends vroeg, begin december. Ik kan me niet herinneren of het die dag is gaan regenen. "Ochtendrood, water in de sloot", of geldt dat alleen maar zomers?
Hier is niet aan gePhotoshopt, dan had ik de landpartij wel ietsje lichter gemaakt.

donderdag 13 november 2014

Keutel


De enige boom die nog rest in mijn tuin is de Lijsterbes. Vogels gebruiken 'm om de kat uit de boom
te kijken.  Zo nu en dan voer ik, vandaar. Gelukkig zijn er redelijk wat Huismussen, maar wat is redelijk? Regelmatig tel ik er 10-12, en dat vind ik in deze tijd al heel wat. Bij het geringste alarm schieten ze de conifeerhaag binnen en wachten op het sein veilig. Het ene na het andere koppie steekt dan uit de haag en komen ze tevoorschijn.
Waar gegeten wordt , wordt gepoept. Veel keuteltjes liggen op de bladeren van de Jasmijn die ernaast en eronder staat. Op de foto is een keuteltje afgebeeld. Meestal met een wit en een donker puntje. Het donkere deel is poep, afkomstig uit de darmen, het witte puntje een laagje urine, afkomstig uit de nieren. De endeldarm, de plasbuis en de geslachtsopening verzamelen zich in één opening , de cloaca. Elke keer als er gepoept wordt, wordt er ook geplast. Het wit bestaat uit ureum en urinezuren.
Er zijn ook vogels die alleen maar witte ( dus urine) flatsen hebben , zij eten veel meer vlees dat geheel wordt verteerd. Vaak worden de restanten ook nog uitgescheiden door middel van een braakbal. Op de top van het blad een deel van zo'n flats.

woensdag 12 november 2014

Bessen 3


Je ziet ze niet zoveel meer, maar her en der staan er nog wel wat verspreid in tuinen, parken en plantsoenen. Oorzaak : de Kardinaalsmuts is giftig. Voor vogels niet, voor de mens wel. Komt meer voor.  Dat gif werd vroeger wel uit de schillen van de vruchtjes gewonnen en gebruikt tegen hoofdluis. Weer eens wat anders als azijn of petroleum. 
Het is een behoorlijk grote familie, ruim 180 soorten, en verspreid over grote delen van de wereld. Niet in Afrika en Zuid-Amerika. Er zijn bladverliezende, maar ook bladhoudende Kardinaalsmutsen. De bladverliezende kleuren prachtig rood in de herfst. De dozen zouden, met wat fantasie, op de hoed van een kardinaal lijken die hij vroeger droeg. 
In het  Engels  heet de boom Spindle tree. Er werden vroeger spindels, klossen, voor een spinnewiel van gemaakt. Het hout is verder geliefd bij meubelmakers om als inleghout  meubels en muziekinstrumenten te versieren. 
Vooral Lijsterachtigen, o.a. Roodborstje, eten de bessen en poepen na vertering van het vruchtvlees de zaden weer uit.


dinsdag 11 november 2014

Reigers op jacht

Gister bij de groep Kollen langs de Botsholsedwarsweg  zag ik een merkwaardig verschijnsel. Jagende reigers, Blauwe en Grote Zilver, tussen de ganzen. Al jaren neem ik dit waar, maar dit aantal reigers , plm. 11, had ik nog nooit gezien. 6 Grote Zilverreigers en minstens 5 Blauwe stonden tussen de ganzen en loerden naar de grond. Eerst met gestrekte hals, meer overzicht denk ik, maar als ze wat gezien hadden stonden ze soms minutenlang voorovergebogen naar de grond te kijken , klaar om met de scherpe snavel toe te slaan. Dat dit gedrag niets te maken heeft met Stekelbaarsjes vangen moge duidelijk zijn. In de literatuur worden ook zoogdieren genoemd als voedsel van de reigers. Woelmuizen en Mollen. Maar waarom nou tussen de ganzen jagen? Ik vermoed dat door het gedrentel van de ganzen de muizen (en Mollen?)  trillingen in de grond waarnemen en  boven de grond komen, zodat ze gepakt en genuttigd kunnen worden. Door dit leerproces komen er steeds meer reigers op grazende ganzen af.


Chileense Flamingo

Nog even de flamingo van gister in de Waverhoek: collega Roy van de IVN-Vogelwerkgoep had op waarneming.nl al aangegeven dat het een Chileense Flamingo was. De Flamingo die ik aankondigde is een andere soort en heet gewoon Flamingo. Hoewel een exoot, toch broedt de Chileense Flamingo in   erg kleine aantallen langs de Duits-Nederlandse grens, o.a. bij het Zwillbrocker Venn in de buurt van Groenlo. 'k Ben daar ooit geweest maar herinner me niet de flamingo's. Ook de moderator van waarneming.nl , Peter van der Meer, tikte me op de vingers.

maandag 10 november 2014

Rondje Ronde Venen.

Eindelijk weer eens de mogelijkheid de polder in te gaan. Gelukkig wordt mijn mantelzorg wat makkelijker, mijn vrouw doet steeds meer dingen zelf. Toch heb ik na een uurtje even gebeld hoe het met haar ging. Zoals vroeger zat ze te ontbijten en de krant te lezen.
Eergister kwam ik terug van Leon en Annie, kaasboer en -boerin aan de Demmerik, en ontdekte langs Molenland richting kinderdagverblijfboerderij een grote groep Kolganzen. Geen telescoop, dus ook geen halsringen. Vanochtend weer daar naar toe en er zaten nog veel meer Kollen. Ganzen komen vaak een paar dagen naar dezelfde weilanden, zeker als het hen goed smaakt en ze niet worden verstoord. Op Molenland zit je hier eerste rang: zon in de rug en wat hoger voor het betere uitzicht. Helaas maar twee halsringen onder de 1500 ganzen. N23 lime en EZN zwart. Van de eerste zijn er in het computerprogramma nog geen ringgegevens ingevoerd door de ringers. Pas geringd dus en EZN is in 2001 geringd in Eemdijk. Nog nooit hier in de Ronde Venen afgelezen. Veel in Duitsland bij  Kleve langs de Rijn te zuiden van Emmerich. Plotseling een knal , waarschijnlijk afkomstig van een inwoner die de ganzen wilde wegjagen, de hele groep op de vleugels en ze vlogen toen vooral naar de familie Peek langs de Bovendijk. Echter te ver weg.
Rond gereden, uiteindelijk langs de Botsholsedwarsweg weer zo'n 1000 Kolganzen. Ver weg, met moeite een Kolgans met een V, een R en een......was het nou een N of een H? Een deel van de halsring was helemaal zwart, waarschijnlijk door vervuiling met modder of iets dergelijks was de ring moeilijk afleesbaar. Twee pootjes aan de bovenkant, twee aan de onderkant. VRN is in 2006 voor het laatst afgelezen door Bodo Kreisel in Duitsland en zal dus wel dood zijn. VRH is  bijna een meubelstuk in de Ronde Venen, het vaakst in deze contreien afgelezen, dit voorjaar nog door Marianne W. langs de Proostdijerdwarsweg. Een echtpaar met halsringen was zo vriendelijk om te gaan zitten en daar het gras nog behoorlijk lang is werd het mij onmogelijk gemaakt ze af te lezen.
In de Waverhoek viel al gauw een vogeltje op dat op een rietsigaar , Lisdodde, ging zitten en een Roodborsttapuit bleek te ziijn. Winterkleed. Op de plas toevallig een grote vogel nader bekeken en dat was een exoot pur sang, een Flamingo. Zie foto. Ontsnapt, want ik zag op waarneming.nl dat collega-vogelaar Roy de Dood een kleurring aan de poot had gezien. Op mijn foto staat de vogel in te diep water om de pootring te zien.
Al met al een leuk ochtendje.

zaterdag 8 november 2014

Een Bruinrode Heidelibel


Vanmiddag plotseling een grote libel in de tuin en uiteindelijk op een schutting. Gauw naar boven om m'n camera te halen. De macro zat erop, dus direct aan de slag , maar  niet te dichtbij. Van de plm. 24 foto's de allerlaatste behoorlijk scherp , de rest niet te gebruiken. Oorzaak: bewegingsonscherpte door uit de hand fotograferen ( en niet vanaf een statief) en  te dichtbij. Wanneeer leer je het eens, Sneuper!! Alleen de kop en het borststuk zijn  scherp, de rest niet. Kleiner diafragma gebruiken ( hoger Fgetal) om de scherptediepte te laten toenemen.Ik blijf met deze materie worstelen.
De Veldgids Libellen erbij gepakt, heb ik nodig , want de kennis vroeger vergaard in m'n jeugdbondtijd , en ik ook aan libellen deed, is verdwenen en achterhaald. In die tijd hadden we nog nooit van een heidelibel gehoord, wel van de Sympetrumfamilie. Vaak Sympetrum vulgatum gevangen en gedetermineerd. Wat we met azijnether uitspookten zal ik niet verklappen, maar fraai was het, achteraf gezien , niet. Met het standaardwerk in de hand kom ik uit op een  Bruinrode Heidelibel(Sympetrum striolatum). Veel kenmerken kan ik vanaf de foto niet verifieren, alleen het in de gids vermelde kenmerk dat een Bruinrode heidelibel een cilindrisch achterlijf heeft , en de andere een knotsvormig, is voor mij reden om het een Bruinrode te laten zijn. Maar wie het beter weet mag het zeggen.

vrijdag 7 november 2014

Wulpen


Al ganzenkijkend ontdek je ook regelmatig een vlucht Wulpen, foeragerend op een naastgelegen weiland, soms zelfs tussen de ganzen. Ze zijn niet bang voor elkaar.  Het zijn er de laatste dagen veel. Op (door)trek naar Engeland en West- Frankrijk. Het is hier ook een broedvogel, die in allerlei biotopen broedt. Rond de 7.000 paar. Vroeger vooral in heideterreinen, tegenwoordig zijn ze niet zo kieskeurig: duinen, akkers, graslanden in allerlei soorten en maten, kwelders en hoogvenen. De enige plek in de provincie Utrecht  waar ze broedden waren tot voor enkele jaren de blauwgraslandjes langs de Meije. En als ik me goed herinner ook een keer een broedpaar in Polder Groot Mijdrecht Noord.

"Een Wulp kijkt naar z'n gulp" luidt het ezelsbruggetje. Zelf denk ik bij de Wulp altijd aan de pijpenstopper van mijn opa. Deze is gemaakt van een Wulpenbek (snavel dus) zie foto.Ik herinner me nog dat hij hem gebruikte.De brede achterkant was de stopper waarmee de tabak werd aangestopt, met de voorkant werd de pijp leeggekrabd. Deze punt is nog origineel, vandaar ook de slijtage, de andere zilveren delen zijn er later als restauratie opgezet. In de tijd dat ik pijpenroker was gebruikte ik dit erfstuk, een van de weinige, evenals de zilveren tabaksdoos van mijn andere opa.

opa.

donderdag 6 november 2014

Smienten


De laatste weken komen er steeds meer Smienten in onze poldersloten , inclusief de plassen. Een bekende smientenplas in onze omgeving is de Ouderkerker Plas, aantallen rond de tienduizend zijn geen zeldzaamheid. Ook de natuurontwikkelingsgebieden de Waverhoek en de Groene Jonker herbergen op het toppunt meestal honderden Smienten.
Zomers verblijven de meeste in Nederland overwinterende Smienten in Noordwest-Europa. Zo nu en dan broedt een paartje in ons land maar veel zijn het er niet. Ook in de Waverhoek is wel eens een broedgeval geconstateerd. Toch gaat het aantal overwinteraars langzaam terug, misschien blijven ze hangen in wat noordelijker liggende landen.
Mannetje en vrouwtje geven het bekende beeld bij de eenden: een schitterend getekend mannetje en een onopvallend vrouwtje. Ze is grondbroeder. Als de mannetjes hebben geruid is de hele kop bruin, geen gele kopstreep. Door slijtage van de veren komt langzamerhand de gele streep tevoorschijn. Deze streep speelt een rol bij het baltsen en dreigen naar andere mannetjes. Als de kop gestrekt wordt komt het geel dreigend over, of tegenover vrouwtjes indrukwekkend.
De Smient wordt ook wel Fluiteend genoemd. Wie 'm gehoord heeft weet waarom.

woensdag 5 november 2014

Onder water .....of iets anders?


            Ooit wilden ze Polder Groot Mijdrecht  Noord onder water zetten. Is het dan toch gelukt?

dinsdag 4 november 2014

Bijna in m'n achtertuin


Zo regelmatig kan ik in het winterhalfjaar de Kolganzen vanuit mijn dakraam bekijken. Ze zitten dan aan de overkant van de Oosterlandweg . Dat is vroeg in het seizoen, meestal komen ze op deze plek  wat later. Ik heb eerst vanaf de weg geprobeerd een halsring te scoren, maar er viel niks te scoren. Geen halsring te zien., terwijl ik toch bijna een halfuur heb staan loeren door de telescoop. Toen wat foto's genomen met de telelens vanuit het dakraam. Een paar jaar terug ontdekte ik zo een zeldzame Roodhalsgans . Je hoopt dan op een herhaling. Er zaten nu wat Grauwe Ganzen tussen en een enkele Toendrarietgans. 

maandag 3 november 2014

Bessen 2



Een bes is een vlezige vrucht, waarbij het vruchtvlees wordt gevormd door het opgezwollen  vruchtbeginsel na de bevruchting. Een rozenbottel is ook een vlezige vrucht, echter hij wordt niet gevormd door het vruchtbeginsel, maar door de bloembodem die opzwelt. Net zoals bij de Aardbei. We noemen dit dan ook schijnvruchten.
In deze tijd van het jaar zijn ze rijp en krijgen een felrode kleur. Dat valt op. Vogels komen er graag op af, vooral Groenlingen en Putters, om de zaden uit de bottel te pikken. Resultaat zie foto              De pitten zijn de zaden. Bij veel planten verlaten  de pitten met de poep het vogellichaam. Resultaat: verspreiding van de soort. Er zijn soorten waarbij een zaad eerst door het spijsverteringssap moet worden bewerkt voordat het kan uitlopen.

zaterdag 1 november 2014

Exoten

Op Waarneming.nl zie je regelmatig een vogel vermeld met  "Ex" in het blauw erachter. Dit betekent dat het een exoot is. Zo werd in de Waverhoek afgelopen week melding gedaan van  een Fazant waar ook "Ex" achter stond.
Een exoot is een soort of ondersoort (ras) die hier oorspronkelijk niet thuis hoort en  met behulp van mensen hier is terecht gekomen. Deze hulp kan bestaan uit laten ontsnappen  uit bijv. een volière ( Halsbandparkiet), het laten meeliften op een  oceaanschip naar ons land ( Huiskraai in Hoek van Holland)  of het fokken  en uitzetten tbv de jacht ( Fazant) . Deze laatste is ooit door de Romeinen verspreid in West- Europa . Oorspronkelijk een vogel uit de Kaukasus.  Dit uitbroeden en uitzetten voor de jacht is verboden, maar schijnt illegaal nog wel te gebeuren.  Fazanten hebben zich over heel Nederland verspreid , in dichte, voedselarme bossen zoals op de Veluwe, komen ze niet voor. In de meeste Nederlandse biotopen worden ze waargenomen, ook in onze polders. Op de foto een mannetjes Fazant langs de Gagelweg.