woensdag 31 december 2014

Een Roodhalsgans langs de Botsholse Dwarsweg.

Neem me niet kwalijk, bezoekers, ik heb het alweer over ganzen. Jullie moeten er maar mee leren leven. Als dat ganzenvirus eenmaal in je bloed zit, wat een cliché, ben je niet meer te stoppen. Vooral als je het moet hebben over een hier zeldzame gans: een Roodhalsgans. Op de foto duidelijk opvallend onderaan rechts. Een prachtbeest. Genomen door mezelf, als ik me goed herinner, in polder Groot Mijdrecht. Ze zwerven wat mee met andere soorten. De meeste Roodhalzen overwinteren in het gebied langs de Zwarte Zee in Roemenie en Bulgarije. Elke winter zwerven er in Nederland een paar rond. Ook in onze polders. Heel merkwaardig is dat de eerste altijd wordt ontdekt door Marianne Wustenhoff, van de Vogelkijker. Haar weblog staat bij mijn favoriete weblogs. Volgens mij heeft ze een deal met de Roodhalzen. Zo ook nu weer, vanmiddag langs de Botsholse Dwarsweg.  Doet er niet toe , als ze maar gezien worden. Zo had ik enkele jaren geleden het geluk er een te ontdekken vanuit m'n zolderraam. Vanachteren vallen ze tussen de Kolganzen niet op, door ongeveer dezelfde tekening, opzij gezien zijn het beauties. En dat zijn ze.

Zijn bij jullie de oliebollen al op?

dinsdag 30 december 2014

Geurende winterbloeier

Momenteel bloeit de Viburnum, misschien wel als enige winterbloeier. Ik zag bij een Forsythia wat gele puntjes tevoorschijn komen, maar dat mag geen naam hebben. Hier en daar in het dorp staat deze struik met lichtroze bloemen, die later wit worden en daarna afsterven met een bruine kleur. Viburnum x bodnantense " Dawn" voor de kwekers. Voor het eerst door een kruising gekweekt in 1935  in de tuin van Lord Aberconwan ergens in Wales. Het grappige is dat hij een  zoete geur heeft. Waarvoor eigenlijk? Omstreeks deze tijd zijn er immers geen insekten die hierop afkomen om te bestuiven. Dit ras zal de genen voor de geur na de kruising hebben behouden.

maandag 29 december 2014

Pootringen


En ik maar veronderstellen dat de Kolganzen de polder waren uitgewaaid en dat de vorst de overblijvers had weggejaagd. Helemaal fout. Duizenden Kollen overal in de Ronde Venen. Helaas zaten de meeste ganzen zodanig dat ze te ver weg zaten of ongunstig t.o.v. de zon. Langs de Botsholse Dijk kreeg ik LD7 te pakken. In februari van dit jaar geringd in Kollumerpomp en de laatste maand hier 4x afgelezen. Misschien een blijver? Langs de Proostdijerdwarsweg bij toeval een Nijlgans afgelezen. Ook andere ganzensoorten hebben ringen, dat vergeet ik als Kollenfreak wel eens. Brandganzen , maar ook Nijlganzen dragen pootringen. Op een foto van de website van Frank Majoor, Nijlganzenringer,  staat een Nijlgans in dreighouding. Ik vermoed dat de jongen nog "in behandeling" zijn. De pootringen zijn hier duidelijk afleesbaar. Is het gras van een weiland wat te lang dan geeft het aflezen wel eens problemen. De Nijl van vanmiddag had links geel F en rechts blauw P. Code YFBP ( Y van Yellow) . De meeste Nijlganzen worden geringd in of bij stadsparken, deze bij de de Nieuwe Ooster, begraafplaats langs de Middenweg in Amsterdam. Aan de kleuren van de ringen kun je zien in welke plaats ze geringd zijn. (Staat op de website) Van een rattenvanger kreeg ik eens de ringen met als code WPY5 ( witP en geel5) die hij vond aan het skelet van , wat later bleek ,een Nijlgans. Geringd in het Vondelpark . Op genoemde website  (frankmajoor.nl/indexnijlgans1-nl.shtml) zie je hoe het ringen in z'n werk gaat.

zaterdag 27 december 2014

De Vijfde van Beethoven


Ik was vanmorgen te laat om nog wat fraaie sneeuwfoto's te schieten. De dooi was me voor en de bakker moest ook nog bezocht worden. Toch leuk dat m'n verwachtingen , zie voorlaatste logje, over 3e Kerstdag zijn uitgekomen. Maar als het niet erger wordt met de sneeuw zullen de ganzen hier wel blijven hangen.
Vanuit Midden-Duitsland kreeg ik van Cees Willemsen een fraaie foto  toegestuurd van voor mij redelijk zeldzame vogels: een paar Geelgorzen. Ik heb nooit geweten dat deze gors meestal een  standvogel is. Hoogstens uit Skandinavie trekken ze naar hier. In Noordwest -Europa zwerven ze wat rond. Op de foto doen ze zich te goed aan een oude koeienvlaai. Ze eten vooral zaden, misschien heeft de koe van deze vlaai wel mais gegeten, verder eten ze ongewervelde beestjes. Het geluid, meestal geproduceerd in de top van een eenzame boom, lijkt op de eerste tonen van de Vijfde van Beethoven.   Ta ta ta ta TAAA. Dan herinner ik me altijd   de eerste keer dat ik een Geelgors hoorde op een heideveld op de grens van Friesland en Drenthe. Heel indrukwekkend .

woensdag 24 december 2014

3e Kerstdag?


Gaan we de komende weken deze beelden zien? Kolganzen in de sneeuw langs Molenland? Voor zover ze al niet door de storm zijn verder getrokken naar de Delta, zullen er nog meer vertrekken.Ganzen zijn niet zo gelukkig met sneeuw. Zodra er sneeuw ligt krijgen ze koude poten, in ieder geval lopen ze zo weinig mogelijk en foerageren ze zittend. Poten teruggetrokken in het verenkleed. De voorste ganzen nemen het zekere voor het onzekere en lopen langzaam weg. Je weet maar nooit wat daar op de dijk staat te loeren. Verderop maken ze zich minder druk.

Tot zaterdag met sneeuw, hoop ik.

dinsdag 23 december 2014

Brandkruid


"Van architectonische schoonheid" noemt een plantenliefhebber deze tuinplant op zijn website. Deze liefhebber heeft wel enigszins gelijk, vind ik. Phlomis russeliana, zoals z'n wetenschappelijke naam luidt,  geeft bloeiend in een tuin een gele gloed met de bijzondere bloeiwijze: in kransen aan de lange stengel. Hij wordt ook wel Etagebloem genoemd. Uitgebloeid , minstens zo mooi, kun je nog lang genieten van de bruine afgestorven bloeikransen.Ze blijven de hele winter staan.  Zie foto.
In deze tijd  proberen mussen en mezen het zaadje te bemachtigen dat onderin een kokertje is achter gebleven. Het is een Lipbloemige en bijvoorbeeld hommels gaan met alle geweld naar binnen om nectar te bemachtigen. Daarbij drukt hij tegen de meeldraden aan die op de behaarde rug terecht komen en  wat stuifmeel achterlaten. Doel: verspreiding van het stuifmeel. Zie tweede foto. Hij vormt hele zoden en je moet 'm flink kort houden, anders overwoekert hij andere planten. Bij mij moet ik elk jaar stukken wegscheuren om de Kievitsbloemen ruimte te geven.
De Nederlandse naam Brandkruid komt doordat men vroeger gedroogde bladeren gebruikte om een vuurtje aan te steken.

Wij zagen op de Floriade in het Amstelpark in 1972 deze plant voor het eerst en waren gelijk verkocht. We zijn een paar jaar later terug gegaan en heb ik  wat zaad "geleend", terwijl mijn vrouw op de uitkijk stond.


maandag 22 december 2014

Huis- en Ringmus




Dit was te mooi om niet te schieten, dus schoot ik. Een foto uit eigen tuin weliswaar. ( Vanmorgen bij het rondje Ronde Venen overal jagers die echt schoten. Dat is toch niet meer voor de Kerst? Dus plezierjacht? ) Ondanks het foeilelijke netje van de vetbol gebruik ik deze foto. Zo vaak zie je ze niet bij elkaar zodat je ze kunt vergelijken. Wat kleur betreft heb ik in deze serie betere, maar het gaat me vooral om de plaatsen van de kleur.  Het petje van de Ringmus is geheel chocolade-bruin, van de Huismus is het bovenop grijs, dit is een mannetje. Een vrouwtjes Huismus is wat saaier gekleurd. Bij de Ringmus zijn de geslachten gelijk. Verder valt natuurlijk de zwarte vlek op de wang  van de Ringmus op. Bovenop zijn z'n  dekveren  wat roder-bruin met vlekken. Die van de Huismus zijn wat meer gestreept. 'k Heb al eerder geschreven dat Ringmussen  een slag kleiner zijn. Dat zie je alleen als je ze naast elkaar ziet. In deze tijd van het jaar hoor je nauwelijks hun geluid, een Huismusmannetje wil nog wel eens tekeer gaan tegen een concurrent, maar de Ringmus zwijgt .

Rondje Ronde Venen.

Zoals wel vaker op maandag , even de polders door. Het leek wel of de Kolganzen waren weggewaaid. Alleen bij de Waverdijk een kleine duizend, dat zullen de Waverhoekslapers zijn. Ver weg, 'k had moeite om de telescoop niet te laten trillen. Slechts een halsring: KGZzwart. Hier voor het eerst afgelezen. Meestal in Westelijk Brabant en de omgeving van het Duitse Kleve. Bijna weer in m'n achtertuin een aantal , plm. 600, Kolganzen uit de Groene Jonker. Geen ringen kunnen aflezen, het waaide echt te hard.

vrijdag 19 december 2014

Wachten op voer.


Wachten kan soms lang duren en moet je vechten tegen de slaap. "Wanneer komt die man nou eens met z'n voer? Als het te lang duurt vertrekken we naar verderop, maar het voer hier is lekkerder."  Zo kunnen we nog wel een poosje doorgaan: menselijke eigenschappen toekennen aan dieren, maar ook planten en dingen. Antropomorfisme noemen we dat. Moet je mee oppassen in de wetenschap. Alleen in een fabel wordt het altijd gebruikt en is het onmisbaar. In RondUit, het IVNblad, werd eens geschreven over een Buizerd die bedroefd in de boom zat te kijken toen het nest was verwijderd. Of die Knobbelzwaan, die onlangs  niet van het spoor wilde  omdat de partner was verongelukt, ook bedroefd was en verteerd werd door liefdesverdriet ? We weten niet hoe dieren in zo'n situatie zich voelen.
Vanuit de Lijsterbes hebben de Turkse Tortels  een fraai zicht op de voerplek en gaan straks lekker bikkelen als die man met het voer geweest is. Dat is menselijk, maar zeker dierlijk.

Goed weekend.

donderdag 18 december 2014

Bessen 4


Deze Rozenbottel heeft het niet gehaald, leeggegeten  worden door een Groenling of een Putter. Ze
zijn wel bezig geweest, maar het smaakte blijkbaar niet. Zou er alcohol in zitten? In rottende appels op de grond en daar maar blijven liggen, ontstaat alcohol, zodat bijvoorbeeld koeien, die er van vreten, aangeschoten raken. Heb ik nog nooit gezien. Er zijn wat zaden aan de voorkant gegeten, naar de rest wordt niet getaald. Een Rozenbottel is een schijnvrucht, de bloembodem vormt het vruchtvlees, net zoals bij een Aardbei. Veel Rozenbottels, die blijven zitten, zijn zwart. Waarom deze
niet weet ik niet.

woensdag 17 december 2014

Veilige slaapplaats


Ganzen overnachten bijna altijd op het water. Het water houdt roofdieren zoals vossen tegen.'s Avonds  in het donker, vliegen ze van de foerageerplekken naar de wat grotere oppervlaktes water, zoals meertjes, rivieren en de zijtakken ervan, ondergelopen stukken weiland.  In onze omgeving zijn dat de natuurontwikkelingsgebieden de Waverhoek bij Waverveen en de Groene Jonker bij Zevenhoven. Delen van Botshol en de Vinkeveense Plassen zullen ongetwijfeld worden gebruikt. Ook in het midden van de Ronde Hoep overnachten ganzen. Daar worden in de winter  grote delen onder water gezet , waar enorm veel watervogels zoals Smienten, Talingen en andere eendensoorten op afkomen. En veel ganzen. Bij het licht worden 's ochtends, plm. een half uur voor zonsopkomst,  zie je de vogels onrustig worden en alsof er een startsein gegeven wordt vliegen ze plotseling op. Met een geweldig kabaal. Daardoor kun je elke ochtend , zoals ik gister, grote groepen zien overkomen. Op de foto de ochtendvlucht vanuit de Waverhoek.
( Daar de video op een iPad niet werkte heb ik deze verwijderd. Jammer )

dinsdag 16 december 2014

Eindejaars Plantenjacht 2014

Onder het luide gegak, ik zou niet weten hoe ik het anders moet noemen, van vele duizenden overvliegende Kolganzen ben ik vanmorgen eens de polder ingewandeld. Ondanks de vele forenzen op de weg, liep ik rustig op het fietspad langs Molenland. Er waren nauwelijks fietsers, dus kon ik om me heen kijken. Opvallend waren de vele groepen Kolganzen die net "opgestegen" waren uit de Groene Jonker. Zo vlak voor zonsopkomst vertrekken ganzen van de slaapplaatsen , per definitie in het water, naar de foerageerplekken. In de Utrechtse Venen zijn die altijd in een weiland. Morgen kom ik op dit trekverschijnsel terug.


Tussen het fietspad en de weg heb je op Molenland een brede schuine berm, gericht op het zuiden. Veel afstervende planten, maar toen ik erop ging letten stonden er nogal wat bloeiende planten tussen. Weliswaar niet zo talrijk als in het voorjaar , maar ze waren er. Ik had nu m'n cameraatje bij me, je weet maar nooit, en heb wat foto's gemaakt. Er was nog zo weinig licht dat hij automatisch flitste, vandaar de wat zwarte achtergrond hier en daar. Op de bovenste foto staat Koolzaad, hiernaast een eenzame Witte Dovenetel. Niet helemaal scherp.
 De plant hier rechts moest ik toch voor de zekerheid even opzoeken, ik ben vogelaar en nauwelijks een plantenman, maar ik kom uit bij een kamille, Echte Kamille of Valse Kamille. Welke florist helpt me uit de droom? Hieronder staat Fluitenkruid ( met een meervouds n, ik kan er nog steeds niet aan wennen, Heggenmus) die zelfs rijkelijk bloeit. Oorzaak: misschien de schuine stand van de groeiplaats op het zuiden, daardoor meer warmte, misschien het warmer wordende klimaat in het algemeen. 2014 wordt het warmste jaar in zeker drie eeuwen.                                                        
Ik ben niet de enige die het opvalt, leden van het FLORON, ( FLORistisch Onderzoek Nederland) organiseren een Eindejaars Plantenjacht 2014. Tussen 25 december en 4 januari gaan plantenliefhebbers op zoek naar bloeiende planten. Men wil weten hoeveel verschillende planten nog bloeien en welke bloeiende plant het meeste wordt gezien. Voor verdere informatie zie de website  www.floron.nl en www.plantenjacht.nl


maandag 15 december 2014

PSSzwart en FD1zwart.

Vanmiddag in een verloren uurtje even de polder in om halsringen te zoeken, eindelijk was het droog tussen de buien door. De Kolganzen zaten niet ver weg: langs Molenland een kleine duizend. Erg verspreid. Twee halsringen. Een oude bekende PSSzwart en een nieuweling FD1zwart. Het laatste jaar gebruikt men een grote en een kleine letter en een cijfer achteraan. FD1, een mannetje,  is op 2 januari 2013 geringd in Eemdijk en was het verdere voorjaar in deze omgeving.                            PSS, een vrouwtje, is als jong geringd  op 10 januari 2004 in Eemdijk. Was meermalen hier en afgelezen door alle ganzenwatchers in onze omgeving. Ik heb, gezien de waarnemingen,  het vermoeden dat ze een paar winters is bljven hangen in Noordoost-Duitsland en nu toch weer hier.
Op de foto de initiatiefnemer van het ganzenproject, Helmut Kruckenberg, met een gevangen gans. Het gaat me niet om Helmut maar om de gans en de ring. Een Kolgans heeft een roomwitte kol rond de snavel en op het voorhoofd. Verder duidelijk te herkennen aan de zwarte borststrepen. Je ziet de grootte van de ring. "Hebben ze hier last van?" zal iemand zich afvragen. Neen, in het begin zie je bij pasgeringde ganzen dat ze wat met de snavel eraan plukken, maar dat is snel over. Slechts één keer heb ik gezien, bij een Kol in De Ronde Hoep, dat 'ie probeerde door achteruit te lopen en de hals over de grond te slepen , de ring af te krijgen. Lukte niet.

vrijdag 12 december 2014

De voerplek

Veel soortenjagende vogelaars houden lijstjes bij: bijv. een jaarlijst, hierop komen de in één jaar waargenomen vogelsoorten te staan; een levenslijst, er zijn er die een paar duizend soorten tellen; een tuinvogellijst, soorten die in eigen tuin zijn waargenomen; er zijn veel meer mogelijkheden . Ik houd het deze winter maar bij de voerpleklijst. Met weinig inspanning vanachter de keukentafel werk ik, nou ja, werken, aan mijn lijst. De teller staat op 13, dat is heel wat voor een tuintje van een rijtjeshuis. Op de foto van Cees Willemsen de Groenling, een wat zeldzamere bezoeker. Als het
meer gaat winteren zie je hem vaker.

Goed weekend.


Mijn voerpleklijst: Merel, Roodborst, Vink, Huismus, Ringmus, Groenling, Spreeuw, Kauw, Gaai, Turkse Tortel, Houtduif, Koolmees, Pimpelmees.


donderdag 11 december 2014

Rond Uit........rond uit goed!

Ik veronderstel dat de meeste bezoekers van Sneuper het blad van onze IVN-afdeling wel kennen. Zeer regelmatig op de deurmat en zeer lezenswaardig. Als je dan blaadjes van andere afdelingen ziet mag je Rond Uit wel een glossy noemen, zo mooi. Daarmee niets ten nadele van die afdelingen gezegd, de blaadjes daar worden met evenveel liefde gemaakt. Maar het oog wil ook wat en dat oog krijgt wat het wil. Kleurrijke foto's. De tekst bestaat uit perfect Nederlands, daar zorgt de hoofdredacteur wel voor.
Lia beschrijft de interessante maar natte excursie op Nieuwkoop. Ik ben nieuwsgierig naar het recept van de aardperensoep met witte wijn van Elza, een leuk artikel over bomen in de winter van Marianne en Marian ( overigens denk ik dat  het chlorofyl uit de bladeren, dat de bomen 's winters opslaan in de takken en de stam , niet direct een voedingsstof is maar meer een bouwstof). Dan een verslag over de Veenmollen in Uithoorn. Wat een activiteit. Ik vind het nog steeds jammer dat de Veenmollen in De Ronde Venen ter ziele zijn. Geen broedhoop maar een broeihoop voor Ringslangen. Joop is er mee bezig in Vinkeveen, leuk experiment. Ik zou dat wel eens willen zien. Joris beschrijft een aantal spinnen die ik nog nooit gezien heb. Toch eens beter opletten. Buitenlandse spinnen hoeven wat mij betreft er niet bij. In het Groene Hart spint het genoeg. Kreeft uit de polder bij Maarssen smaakt lekker, maar wie schrijft eens een artikeltje over onze Amerikaanse Kreeften. En dan bedoel ik die uit Polder Demmerik/Donkereind . Zitten ze ook in de Bedijkingen?
Sorry Bert, de groene kleur op de foto is wat flets uitgevallen, in werkelijkheid is Rond Uit groener dan groen.
Krijg je het blad niet in de bus ? Als donateur krijg je het ook

woensdag 10 december 2014

Nog even de vorst.

Toen  het Gemeenteplantsoen achter onze tuin kaal werd, ontdekte ik een paar Gevlekte Aronskelken. Of ze zijn er door een overijverige buurtbewoner neergezet, of de zaden zijn hier uitgepoept door een vogel. Aronskelken hebben prachtige rode bessen, een lekker hapje.
Maar gister zagen ze er maar verfomfaaid uit, toegetakeld door de vorst lagen de bladeren op de grond doordat de stengels de last van een blad niet meer konden dragen, helemaal krom. Dit zou wel eens het einde van deze Aronskelken kunnen zijn, volgens hoveniers met een website kunnen ze slecht tegen de vorst. Toen ik vanmorgen even ging kijken werd ik aangenaam verrast.
Ze stonden er weer vrolijk bij, alsof er niets was gebeurd. Hoe kan dat? Ik heb altijd geleerd dat door vorst ijskristallen in de cellen ontstaan en deze de cellen zodanig beschadigen   dat ze afsterven. Hier niet dus. Ik bedenk de volgende verklaring: het heeft hooguit twee nachten gevroren, tekort om veel ijskristallen te vormen. Het geringe aantal dat wel gevormd is heeft de hoeveelheid water wat kleiner doen worden. Een eenjarige kruidachtige plant dankt zijn stevigheid aan de turgor ( dit is de druk van het water in de vacuole, blaas met water binnenin de plantaardige cel,  tegen de celwand waardoor deze onder spanning komt te staan en de plant  stevigheid geeft). Doordat voor de vorming van de ijskristallen water nodig is wordt de hoeveelheid  water minder waardoor de spanning kleiner wordt, de celwand wordt slap en delen van de plant worden slap .Als de kristallen weer ontdooien neemt de hoeveelheid water weer toe en brengt de spanning op de celwanden terug. Ziedaar, de stengel komt weer omhoog. Ben benieuwd hoe lang de Aronskelken het volhouden.

dinsdag 9 december 2014

IJsbloemen

Toch nog een nachtvorstje, misschien voorlopig de laatste? Gisterochtend, vanochtend wat minder, zaten de auto's vol met ijsbloemen. In ons dubbelebeglazing- tijdperk kennen we ze niet meer. Vroeger ging je als kind in de winter altijd 's ochtends  eerst naar het dikbebloemde vensterraam. En dan een gaatje blazen in de bloemen met je warme adem. Niet met je handen, want werd het raam weer vies.  Nog meer geblaas en dan werd het groter en zag je dat er sneeuw gevallen was, of zoals nu zo vaak , juist niet.
Vanmorgen zag ik dat in een bepaalde straat de ijsbloemen op de geparkeerde auto's  een heel andere vorm hadden als die op ons parkeerpleintje.  In die straat hadden alle auto's dezelfde vorm ijsbloemen. Ra, ra, hoe kan dat? Jammer dat ik m'n camera niet bij me had.
IJsbloemen ontstaan doordat de buitenkant van het raam onder het vriespunt komt en binnen de luchtvochtigheid hoog is zodat de wateratomen bevriezen, kristalliseren, bij een vuiltje of krasje op het raam. Deze ijskristallen vormen op hun beurt weer nieuwe groeipunten voor het bevriezende water.Zo ontstaan er fraaie structuren.

maandag 8 december 2014

KolganzenTNYzwart en BALzwart


Vanochtend weer eens de ganzen het leven zuur gemaakt, echter, het was eerder andersom. Door die weilanden uit te kiezen die slecht of niet bereikbaar waren voor m'n telescoop en  vaak ook tegenlicht van de zon, bekende smoezen van vogelaars, kon ik maar weinig halsringen aflezen. Kolganzen en Grauwe Ganzen waren er wel , legio. De Kollen werden door een helicopter opgejaagd  uit de Ronde Hoep en streken in Polder Groot Mijdrecht neer. Maar onvoordelig. Alleen maar Grauwe zag ik langs de Gagelweg en de Bovendijk. Naar de Grauwe kijk ik eigenlijk niet meer, er zit bijna nooit en halsring tussen terwijl ze wel geringd worden.
Vanaf de Botsholsedwarsweg kreeg ik tegen de Waverdijk aan een heel gezin, plm. 4-5 ganzen,  in de gaten. Door maximaal in te zoomen verlies je licht en wordt het een gok. Ik meende wel als grote letter een L te ontwaren maar ik kreeg de twee kleinere niet te pakken.  Ik vermoed dat ik het gezin zag dat Marianne W. deze week ook al kon aflezen. Maar ik mag ze niet invoeren. Naar de Waverdijk om ze alsnog te zien. Niet gelukt. Wel twee andere vanaf de Hoofdweg: TNYzwart ( in 2004 geringd in Eernewoude en hier in 2008 en 2013 , ook door mij afgelezen) ; ook BALzwart. Op 11-10-14 nog in een polder langs de Elbe, nu hier. Een tweede keer. Het grappige aan deze gans is dat hij in Bulgarije geringd is door een Engelse vogelonderzoeker, Richard Hearn. Ik weet van Nederlandse ringers dat ze wel eens naar de Baltische Staten gaan om te ringen, maar deze expeditie kende ik niet.
Op www.blessgans.de staat een kort artikeltje over de geringde Kolganzen in Bulgarije. Dat gebeurde door de Bulgaarse Vogelbeschermingsbond en de internationale Wildfowl & Wetlands Trust.
Kolganzen overwinteren niet alleen in West -Europa maar ook in oostelijke richting bij de Zwarte Zee en de Kaspische Zee.

vrijdag 5 december 2014

Een Alien?


Ook onze Magnolia is kalende, de meeste leerachtige bladeren zijn gevallen. Als je die niet opruimt liggen ze er volgende zomer nog. Nu ook weer verwachtingsvol, 5 december nietwaar, naar de takken gekeken wat er tevoorschijn komt : alleen maar knoppen en kale takken. Geen aliensachtige engerds zoals op de foto. Valt toch wat tegen. In voorgaande jaren wel een aantal verzamelvruchten met daarin felrode bessen ( zaden). In de vrucht zitten verschillende vruchtbeginsels die niet allemaal worden bevrucht, daardoor krijgt de verzamelvrucht een vreemde gedraaide vorm als de bessen groter worden. Op een gegeven ogenblik scheurt de wand open en  zie je de felgekleurde oranje-rode zaden. Waardoor er dit jaar geen bes is gevormd is voor mij een raadsel. Hij heeft uitbundig gebloeid, dus vruchtbeginsels genoeg.

Het lange weekend is Sneuper goed bevallen, dus tot maandag.

donderdag 4 december 2014

Eksternesten.

De meeste bomen beginnen aardig kaal te worden zodat ik vanochtend op m'n wandelroute weer eens gelet heb op de Eksternesten. 'k Ben altijd benieuwd wat er zo aan het eind van het seizoen tevoorschijn komt. In de zomer heb je er geen zicht op, zo hoog en verborgen zitten de overkapte nesten.  Toch weer een groter aantal: minstens 10 nesten, vorig jaar 6 of 7. Ik denk dat ik een enkel nest gemist heb, maar wat je niet ziet mag je ook niet tellen. Het gaat om een aantal straten van een half uur gaans. Op de Aalscholver was de kolonie uitgebreid met een paar nesten, daarentegen was het veronderstelde flatgebouw, twee nesten boven op elkaar , afgeslankt tot één verdieping. De twee nesten die ik vanuit m'n woning kon zien ware beide uit de boom gewaaid, maar een paar bomen verder weer opgebouwd. Ik denk dat Eksters erg honkvast zijn, ook al door hun huwelijkstrouw. Hoewel in de literatuur sprake is van een achteruitgang, is daar in onze wijk geen sprake van. Er komen steeds meer. Helaas. Ik vind het prachtige vogels, maar het zijn krengen (excusez le mot ). De laatste tien jaar hadden we altijd een broedende Merel in de tuin. Slechts één keer is het nest met jongen groot geworden. Ik neem aan dat Eksters de predatoren zijn, alhoewel Gaaien ook niet kinderachtig zijn. Zoals wel vaker, we moeten er mee leven.

Op de foto een paartje bij het nest.

woensdag 3 december 2014

Wilde en Kleine Zwanen.

 De meteorologische winter begint gelijk goed met temperaturen rond het vriespunt. Ik schaats niet meer, anders zou ik de ijzers direct uit het vet halen . Waar ik wel naar uitkijk is de eventuele  verhoogde trek van ganzen en zwanen uit Oost -Europa, op de vlucht voor de kou. De laatste weken worden er al meer en meer Wilde en Kleine Zwanen waargenomen, o.a. in de Waverhoek. Beide soorten heb ik in het verleden gefotografeerd, de Wilde langs de Gagelweg, druk bezig met grazen. De grasjes zitten nog aan de snavel. De Kleine Zwanen op het ijs in de Waverhoek, een paar jaar terug. Er sliep toen gedurende  langere tijd een groepje, dat overdag vertrok richting Nes a/d Amstel om daar te
grazen. Het onderscheid tussen beide soorten is meestal wel duidelijk : De Wilde heeft veel geel in de snavel, dat uitloopt in een punt naar voren, de Kleine heeft minder geel en  nauwelijks een punt. De Wilde is een slag groter, de hals is vaak wat meer gekromd. De hals van de Kleine is korter en rechtop. Maar er zijn uitzonderingen zodat een juiste determinatie wat meer discussie kost.

dinsdag 2 december 2014

Keutel 2

Op 12 november schreef ik over een witte vogelflats, die alleen maar uit urine bestond. Deze groene, tegen m'n tuindeur aan gekwakt, bestaat voornamelijk uit groene plantenvezels. Alleen in de streep van boven zitten wat witte urinesporen, de rest is gras dat waarschijnlijk een paar uur eerder  genuttigd is in een nabij gelegen weiland en tijdens de vlucht is geloosd.  Of de flats is van een gans of van een eend, een Smient bijvoorbeeld, is niet vast te stellen, maar op deze manier worden de virussen dus ook verspreid. Gelukkig heb ik geen kippen en ben niet door de flats gelopen, duidelijk is dat niet alleen boeren en andere buitengebiedbewoners last hebben van vogelpoepjes.  Ook een  rijtjeshuisbewoner zoals ik, kan zonder het te weten, onderdeel zijn van de virushype. Ik zal voortaan, na een wandeling,  m'n schoenzolen nog beter inspecteren, maar een platte hondenkeutel vind ik minstens zo erg.

maandag 1 december 2014

Schapenkoppen

Uitgewerkt maar nog niet afgedankt.  De bloemen van deze Pluimhortensia "sieren" de struik en vormen een bloemstukje op zich. In de volksmond heten ze ook wel schapenkoppen.  De meeste rassen Hortensia's hebben hun uitgebloeide bloemen nog. De rest van de struik is kaal, bladeren op de grond, alleen bij de knopen van de takken  een paar knoppen voor volgend jaar.Sommige bloemen zijn zover aangetast dat je het bloemskelet tevoorschijn ziet komen, het moes, bij een blad noemen we het bladmoes, is zacht weefsel en verdwijnt het eerst. De witte kleur wordt bruin. Ik moet ze snoeien maar dat schijnt op een bepaalde tijd te moeten en volgens bepaalde regels. Anders krijg je volgend jaar geen bloemen. De groene bladeren op de achtergrond zijn van een Laurierstruik. In de winter groen blijvend, bestand tegen de vorst.

vrijdag 28 november 2014

Kleumende Kieviten


De naam van dit logje hoort eigenlijk bij de kopfoto ( geplaatst op 28/11) ." Maar je schrijft over Kieviten toch in het voorjaar ?", zal een enkeling opwerpen. Nee hoor:  Als weidevogelbeheerder geniet ik in het voorjaar van hun baltsgedrag, geluid, eieren, nesten en jongen. In het najaar als vogelaar van de geweldige grote groepen, die  in de loop van de zomer en de herfst steeds groter worden. Het zijn onze Kieviten, maar ook vogels uit Noord-Europa. Nederland is zo'n beetje de overwinteringsplaats van Noordwest-Europa zolang het maar niet gaat vriezen. Dan verdwijnen ze na een paar dagen vorst naar het warmere zuiden. De vorstgrens zou hun plaats bepalen. Wel, ik heb ze in de Waverhoek vaak "op hun blote pootjes" op het ijs zien staan. Zoveel haast hebben ze ook weer niet. In de nazomer en de vroege herfst, als de boeren nog een keer kunnen maaien, vind je ze terug op het lichtgroene gras van een pas gemaaid weiland. Dan kunnen ze makkelijker bij de wormen en andere beestjes. Daarna, zoals de laatste weken, zie je ze bijvoorbeeld in de Waverhoek en de Groene Jonker, natuurontwikkelingsgebieden. Kleumend op een kleibankje, water rondom.  Bij alarm zijn ze altijd als eerste groep in de lucht, verschrikkelijk paniekerig. Als er echt een roofvogel langs komt zie je ze heel close snel heen en weer vliegen, meestal is het loos alarm en dwarrelen ze op dezelfde plek weer neer. Spreeuwen zoeken graag gezelschap van de groepen Kieviten en vliegen bij alarm veilig mee in de groep.

Winterkleed.
Op de foto hierboven een Kievit in winterkleed: geen onderscheid mannetje en vrouwtje, een gelige kop vooral de achterkant, de dekveren hebben na de rui een lichtbruine zoom die er in de loop van de winter en het voorjaar afslijt. Ook de kuif is bij beide geslachten kort.

Sneuper gunt zichzelf een lang weekend, tot maandag.

donderdag 27 november 2014

Voeren

Ik ben weer gaan voeren, niet omdat er  nu in de natuur al een tekort aan voer zou zijn, maar om de vogels uit onze en aanliggende tuinen en plantsoenen te laten wennen aan een vaste voerplek. Misschien hebben ze die, straks in de winter,  nog een keer hard nodig. Een flinke emmer om uit te strooien. Het duurt een dag voordat ze het in de gaten krijgen dat er wat te halen valt. Als de brutaalsten niet weggejaagd worden door mensen, katten en kauwen volgt spoedig de rest: mijn complete populatie Huismussen ( plm. 12 vogels), Vinken, Merels,  een voorzichtige Roodborst, zo straks ertussen een paartje Ringmussen ( zie foto), een Groenling en  een aantal Turkse Tortels. Een behoorlijk resultaat zo'n tweede dag. Er liggen ook wat appels, maar die zijn nog niet in trek.
Een Ringmus is een slag kleiner als de Huismus en zowel mannetje als vrouwtje hebben een chocoladebruin petje. Daaronder de zwarte vlek, het is geen complete ring. Het zijn wat rustiger types als de Huismussen, die kunnen toch ruzie hebben.
Houd je de Nationale Tuinvogeltelling 2015  in de gaten? 17 en 18 januari, zie website Vogelbescherming.

De foto is van Cees Willemsen.

woensdag 26 november 2014

Onze troetel-uil

Maandag zat onze "IVN"-Steenuil ook weer op z'n kast, zo te zien alleen. Ergens ten westen van Mijdrecht. Met roofvogels moet je oppassen met het geven van adressen, illegale vangst en handel liggen op de loer.
Al jaren wordt deze kast bewoond door Steenuilen, soms slaan ze een jaar over, maar meestal zie je in de broedtijd een paartje van de in Nederland kleinste uil rondscharrelen in de oude knotwilg. Soms één boven op de kast of ervoor, de ander in de kast voor het gat. Dit was de eerste uilenkast die de Uilenwerkgroep van het IVN uitzette. Het lijkt een bouwval, maar heeft altijd een uitstekend broedsucces. Ik heb 'm niet verder uitvergroot om te laten zien dat het uiltje in de warboel van takken bijna niet opvalt. Maar als de Knotgroep geweest is...........!!

dinsdag 25 november 2014

Kolganzen R30 en R27


R30 lime

Zoals gister vermeld heb ik vanaf Molenland het echtpaar R30 lime en R27 lime afgelezen. Eerst niet opgemerkt omdat ze met de kont naar me toe stonden, op een gegeven moment draaien ze een keer tijdens het grazen en zie je ze. Het was toen nog een hele toer om de code af te lezen. De grote letter
is meestal een makkie, maar de twee andere letters/cijfers kosten vaak meer tijd. In gebukte houding is één van de twee vaak bedekt met veren. Ik zag een adulte vogel over een sloot vliegen en nam het jong met zich mee. Daar liep ook de partner.  Ik ben ruim een kwartier bezig geweest om de uiteindelijke code vast te stellen. Ik ben ook wel eens een half uur bezig geweest.
Over het halsringonderzoek bij ganzen schrijf ik nog wel eens.
Lime betekent lichtgroen, de meeste ringen zijn zwart met een witte letter. De codes worden ingevoerd op de "Tracking Marked Geese " website, waarbij  je voor het invoeren  wachtwoorden nodig hebt. De website geeft ook zonder wachtwoorden veel informatie.
Dit echtpaar is geringd in Maren-Kessel, Noord-Brabant. Volgens de website op 2-1-2014 maar ik heb ze al ingevoerd op 28-12-2013. Ik weet zeker dat mijn datum klopt, ik heb mijn ringboekje
geraadpleegd. Als je de invoergegevens van de  twee ringen vergelijkt kloppen de afleesplaatsen, steeds tezamen. Echter is R27 vorige week even heen en terug naar Mecklenburg, Duitsland,  geweest, in ieder geval bij Luttow afgelezen. Zal wel een foute aflezing zijn, zo'n uitstapje tussendoor, en dan ook nog alleen, is onwaarschijnlijk.
Als je geen idee hebt van de grootte van een ring kijk dan even op het logje van 14 oktober.

maandag 24 november 2014

Rondje Ronde Venen

Vanochtend weer eens de Ronde Venen rond gereden. Op zoek naar de Kolganzen. Hier en daar wat plukjes van enkele tientallen, soms wat grotere plukken van honderd, maar de grote bulk van enkele duizenden bij elkaar kreeg ik niet direct te pakken. Ze zaten dan ook nog een keer zodanig ver weg of voor mij in de richting van de zon, dat ik de halsringen wel kon vergeten. Uiteindelijk vond ik de duizenden in de Ronde Hoep, maar ver weg in het midden, op een groot stuk land dat straks onder water komt te staan. Goed voor  Smienten,   ganzen en  Kieviten. Een sublieme rustplaats ver weg van de bebouwing. In de Waverhoek weer een Kleine Zwaan, gister ook al waargenomen, veel Wintertalingen en Slobeenden en altijd maar weer  Grauwe Ganzen. De Groote Wije was bijna leeg, in het midden een paar Futen. Op weg naar polder Demmerik/Donkereind moest ik op Demmerik zelf op de rem trappen, want een gezinnetje Knobbelzwanen stak, verkeer of niet,  doodgemoedereerd over. Geen stap sneller. Op de foto een jong in het tweede jaar. Het grijze verenpak wordt langzamerhand in dit jaar wit. Er zijn al wat witte dekveren en de slag- en staartpennen ruien ook naar wit.

Langs de Ter Aase Zuwe nauwelijks ganzen. Bij de ingang van het reservaat geschreeuw van een varken: ik kon er niet direct opkomen maar natuurlijk een Waterral !
Toen ik bijna thuis was kreeg ik vanaf Molenland eindelijk halsringen te zien: het echtpaar R30 lime en R27 lime met een jong. Morgen meer hierover.
Zo straks nog even  met mijn vrouw op Bosdijk gewandeld. Heerlijk rustig. Echter toen een helicopter overkwam gingen er duizenden, echt duizenden Kolganzen de lucht in!! Ze zaten tussen Bosdijk en het Donkereind, ook ver weg. Had ik die vanochtend gemist?
 
                                                     


zaterdag 22 november 2014

Vreemde kostgangers


De Knotwilg is in onze contreien bijna een Werelderfgoed, maar helaas, het zijn vooral culturele goederen die op de lijst staan. Let eens op de wijd uitgegroeide toppen, knotten,  van de Knotwilg. Je vindt een heel scala aan planten en paddestoelen, die een plaatsje hebben gevonden bovenin. Besdragende planten, een zaadje ter plekke uitgepoept door een vogel, en paddestoelen, die als spore meegevoerd zijn met de wind en een groeiplaats hebben gevonden op de knotten van een Knotwilg, zijn de meest voorkomende huurders van een plekje op de top. Hier, op Bosdijk- Nieuwer ter Aa, een Mycena. Welke weet ik niet, er zijn veel Mycena-soorten. Prachtig vind ik  de tegenstelling tussen de fijne , ijle vormen van de paddestoel, tegenover de bonkige houten, humusrijke  knot van de Knotwilg.

vrijdag 21 november 2014

Eekhoorn 2


Hoewel weer terug op 5 meter onder NAP toch nog een foto van Sciurus vulgaris. Dat betekent zoiets als de "Gewone schaduwstaart".  De Eekhoorn zit in de schaduw van z'n eigen staart. Karakteristiek over z'n rug gelegd. In dit geval heeft 'ie geen last van de zon, hebben we de hele week niet gezien behalve vanochtend toen we vertrokken, maar op deze plaats zit de staart niet in de weg. Hij sloopt, en snoept hier van, een dennenkegel

donderdag 20 november 2014

Eekhoorns



Een paar keer per jaar pogen mijn vrouw en ik een midweekje te pakken. In alle gevallen in een bosachtige omgeving. Weer eens wat anders dan de polders van het Groene Hart. Bij thuiskomst waarderen we dan des te meer de fraaie vergezichten. In het bos genieten we vooral van de Eekhoorns, met opzet gelokt door wat voer. Meestal een foeilelijk netje met pinda's. Sinds gistermiddag krioelen er hier drie rond. Ze moeten strijd leveren met meerdere Gaaien en winnen het meestal. Ik vermoed dat de Eekhoorns afkomen op de drukte van de Gaaien en zo het voer in de gaten
krijgen. Vlug een pinda pakken en die dan
snel in de bladeren verbergen om zo een winter-
voorraad aan te leggen. Een Eekhoorn houdt geen winterslaap maar gaat in de winter van tijd tot tijd het verborgen voedsel aanspreken. Hij schijnt dan meer af te gaan op z'n reukvermogen dan op z'n geheugen. Ik heb enkele keren gezien dat een Gaai, nadat een pinda was ingegraven, deze opzocht. 

De foto's zijn door het raam genomen met de telelens, vandaar de onscherpte.
                                                                             

zondag 16 november 2014

"Zilveren waterval van glasheldere tonen"

Het riedeltje van de Roodborst is zo ingewikkeld dat de vogelboeken geen poging doen om het te "vertalen" naar fonetische woorden. Geen KOE-koe-koe-koe...roe ( van een Houtduif), geen roepie roepie (van wijlen Toon Hermans), geen kieuwíet ( van onze Kievit), geen togruttogrut ( en niet gruttogrutto, luister maar eens goed volgend voorjaar), geen  TUUtelleTIEtellitiTUUtellu  (van de Heggenmus), maar ze noemen het een parelende zang met willekeurige tempo- en volumewisselingen. Vanochtend om plm. 05.00 uur hoorde ik onze huisRoodborst weer riedelen. Het was nog pikdonker en het duurde nog een paar uur voordat het licht werd, toch wist het vogeltje dat het tijd werd  om de nieuwe dag aan te kondigen. Altijd een heerlijk geluid en een teken dat de krantenjongen er aan komt.
Grote drommen komen in de herfst uit noordelijke streken en brengen hier de winter door, of ze steeds in dezelfde tuin bivakkeren weet ik niet, ik vermoed van wel . Bekend is de sterke territoriumdrift van Roodborsten in de winter. Fanatiek verdedigen ze dat tegenover andere Roodborsten. Ze laten zich echter vaak door  grotere tuinvogels overbluffen bij de voerplek. Bescheiden proberen ze een graantje mee te pikken.
Op deze archieffoto een Roodborst in een kale boom. Het kon niet uit eigen tuin zijn want ik heb geen Naaldbomen.Rechtsboven zie je een Dennennaald hangen. Via de datum , de EXIFgegevens ( foto met mijn camera gemaakt) kon ik in het vakantiefoto-archief achterhalen dat deze Roodborst in Groesbeek is gefotografeerd , vroeger meermalen in de herfst onze vakantieplaats.




P.S. de komende dagen zullen we doorbrengen op 28 meter boven NAP. Misschien lukt het een weblogje schrijven.

zaterdag 15 november 2014

Goudknopje

Als een waarneming van plant of dier op Waarneming.nl in rood wordt weergegeven is er wel wat aan de hand wat betreft de zeldzaamheid. Vandaag zet Fer vd. Lans, een goeie vogelaar trouwens, het Goudknopje in de Waverhoek op deze site. In rood. Ik wil niet zeggen dat je er over struikelt, zo groot is het plantje niet , maar naar mijn idee groeit het daar vooral in de zomer talrijk. Oorspronkelijk afkomstig uit Zuid Afrika, maar het  is ingevoerd en verwilderd. Het is nog niet zo lang in ons land, sinds 1972 werd het voor het eerst waargenomen in de Flevopolders. Het is een pioniersplant, vandaar in de Flevopolder en nu ook in de Waverhoek, ook daar pioniersplanten o.a. het Goudknopje. Het is een composiet, een samengesteld bloemige, met zo te zien alleen maar buisjesbloemen. Hoe zo'n pioniersplant in de Waverhoek terecht komt? Je zou kunnen denken aan watervogels die de zaden meevoeren in of aan  hun verenpak. Grauwe Ganzen misschien?

vrijdag 14 november 2014

Ochtendrood


Ik heb vandaag al zoveel uur achter de laptop en de iPad gezeten om die verborgen foto's weer boven water te krijgen, dat ik genoegen neem met een sfeerplaat. Wel mooi trouwens, al zeg ik het zelf. De RK-kerk te Driehuis als baken. Zijn kerktorens altijd.Deze foto is al weer een paar jaar geleden genomen, 's ochtends vroeg, begin december. Ik kan me niet herinneren of het die dag is gaan regenen. "Ochtendrood, water in de sloot", of geldt dat alleen maar zomers?
Hier is niet aan gePhotoshopt, dan had ik de landpartij wel ietsje lichter gemaakt.

donderdag 13 november 2014

Keutel


De enige boom die nog rest in mijn tuin is de Lijsterbes. Vogels gebruiken 'm om de kat uit de boom
te kijken.  Zo nu en dan voer ik, vandaar. Gelukkig zijn er redelijk wat Huismussen, maar wat is redelijk? Regelmatig tel ik er 10-12, en dat vind ik in deze tijd al heel wat. Bij het geringste alarm schieten ze de conifeerhaag binnen en wachten op het sein veilig. Het ene na het andere koppie steekt dan uit de haag en komen ze tevoorschijn.
Waar gegeten wordt , wordt gepoept. Veel keuteltjes liggen op de bladeren van de Jasmijn die ernaast en eronder staat. Op de foto is een keuteltje afgebeeld. Meestal met een wit en een donker puntje. Het donkere deel is poep, afkomstig uit de darmen, het witte puntje een laagje urine, afkomstig uit de nieren. De endeldarm, de plasbuis en de geslachtsopening verzamelen zich in één opening , de cloaca. Elke keer als er gepoept wordt, wordt er ook geplast. Het wit bestaat uit ureum en urinezuren.
Er zijn ook vogels die alleen maar witte ( dus urine) flatsen hebben , zij eten veel meer vlees dat geheel wordt verteerd. Vaak worden de restanten ook nog uitgescheiden door middel van een braakbal. Op de top van het blad een deel van zo'n flats.

woensdag 12 november 2014

Bessen 3


Je ziet ze niet zoveel meer, maar her en der staan er nog wel wat verspreid in tuinen, parken en plantsoenen. Oorzaak : de Kardinaalsmuts is giftig. Voor vogels niet, voor de mens wel. Komt meer voor.  Dat gif werd vroeger wel uit de schillen van de vruchtjes gewonnen en gebruikt tegen hoofdluis. Weer eens wat anders als azijn of petroleum. 
Het is een behoorlijk grote familie, ruim 180 soorten, en verspreid over grote delen van de wereld. Niet in Afrika en Zuid-Amerika. Er zijn bladverliezende, maar ook bladhoudende Kardinaalsmutsen. De bladverliezende kleuren prachtig rood in de herfst. De dozen zouden, met wat fantasie, op de hoed van een kardinaal lijken die hij vroeger droeg. 
In het  Engels  heet de boom Spindle tree. Er werden vroeger spindels, klossen, voor een spinnewiel van gemaakt. Het hout is verder geliefd bij meubelmakers om als inleghout  meubels en muziekinstrumenten te versieren. 
Vooral Lijsterachtigen, o.a. Roodborstje, eten de bessen en poepen na vertering van het vruchtvlees de zaden weer uit.


dinsdag 11 november 2014

Reigers op jacht

Gister bij de groep Kollen langs de Botsholsedwarsweg  zag ik een merkwaardig verschijnsel. Jagende reigers, Blauwe en Grote Zilver, tussen de ganzen. Al jaren neem ik dit waar, maar dit aantal reigers , plm. 11, had ik nog nooit gezien. 6 Grote Zilverreigers en minstens 5 Blauwe stonden tussen de ganzen en loerden naar de grond. Eerst met gestrekte hals, meer overzicht denk ik, maar als ze wat gezien hadden stonden ze soms minutenlang voorovergebogen naar de grond te kijken , klaar om met de scherpe snavel toe te slaan. Dat dit gedrag niets te maken heeft met Stekelbaarsjes vangen moge duidelijk zijn. In de literatuur worden ook zoogdieren genoemd als voedsel van de reigers. Woelmuizen en Mollen. Maar waarom nou tussen de ganzen jagen? Ik vermoed dat door het gedrentel van de ganzen de muizen (en Mollen?)  trillingen in de grond waarnemen en  boven de grond komen, zodat ze gepakt en genuttigd kunnen worden. Door dit leerproces komen er steeds meer reigers op grazende ganzen af.


Chileense Flamingo

Nog even de flamingo van gister in de Waverhoek: collega Roy van de IVN-Vogelwerkgoep had op waarneming.nl al aangegeven dat het een Chileense Flamingo was. De Flamingo die ik aankondigde is een andere soort en heet gewoon Flamingo. Hoewel een exoot, toch broedt de Chileense Flamingo in   erg kleine aantallen langs de Duits-Nederlandse grens, o.a. bij het Zwillbrocker Venn in de buurt van Groenlo. 'k Ben daar ooit geweest maar herinner me niet de flamingo's. Ook de moderator van waarneming.nl , Peter van der Meer, tikte me op de vingers.

maandag 10 november 2014

Rondje Ronde Venen.

Eindelijk weer eens de mogelijkheid de polder in te gaan. Gelukkig wordt mijn mantelzorg wat makkelijker, mijn vrouw doet steeds meer dingen zelf. Toch heb ik na een uurtje even gebeld hoe het met haar ging. Zoals vroeger zat ze te ontbijten en de krant te lezen.
Eergister kwam ik terug van Leon en Annie, kaasboer en -boerin aan de Demmerik, en ontdekte langs Molenland richting kinderdagverblijfboerderij een grote groep Kolganzen. Geen telescoop, dus ook geen halsringen. Vanochtend weer daar naar toe en er zaten nog veel meer Kollen. Ganzen komen vaak een paar dagen naar dezelfde weilanden, zeker als het hen goed smaakt en ze niet worden verstoord. Op Molenland zit je hier eerste rang: zon in de rug en wat hoger voor het betere uitzicht. Helaas maar twee halsringen onder de 1500 ganzen. N23 lime en EZN zwart. Van de eerste zijn er in het computerprogramma nog geen ringgegevens ingevoerd door de ringers. Pas geringd dus en EZN is in 2001 geringd in Eemdijk. Nog nooit hier in de Ronde Venen afgelezen. Veel in Duitsland bij  Kleve langs de Rijn te zuiden van Emmerich. Plotseling een knal , waarschijnlijk afkomstig van een inwoner die de ganzen wilde wegjagen, de hele groep op de vleugels en ze vlogen toen vooral naar de familie Peek langs de Bovendijk. Echter te ver weg.
Rond gereden, uiteindelijk langs de Botsholsedwarsweg weer zo'n 1000 Kolganzen. Ver weg, met moeite een Kolgans met een V, een R en een......was het nou een N of een H? Een deel van de halsring was helemaal zwart, waarschijnlijk door vervuiling met modder of iets dergelijks was de ring moeilijk afleesbaar. Twee pootjes aan de bovenkant, twee aan de onderkant. VRN is in 2006 voor het laatst afgelezen door Bodo Kreisel in Duitsland en zal dus wel dood zijn. VRH is  bijna een meubelstuk in de Ronde Venen, het vaakst in deze contreien afgelezen, dit voorjaar nog door Marianne W. langs de Proostdijerdwarsweg. Een echtpaar met halsringen was zo vriendelijk om te gaan zitten en daar het gras nog behoorlijk lang is werd het mij onmogelijk gemaakt ze af te lezen.
In de Waverhoek viel al gauw een vogeltje op dat op een rietsigaar , Lisdodde, ging zitten en een Roodborsttapuit bleek te ziijn. Winterkleed. Op de plas toevallig een grote vogel nader bekeken en dat was een exoot pur sang, een Flamingo. Zie foto. Ontsnapt, want ik zag op waarneming.nl dat collega-vogelaar Roy de Dood een kleurring aan de poot had gezien. Op mijn foto staat de vogel in te diep water om de pootring te zien.
Al met al een leuk ochtendje.

zaterdag 8 november 2014

Een Bruinrode Heidelibel


Vanmiddag plotseling een grote libel in de tuin en uiteindelijk op een schutting. Gauw naar boven om m'n camera te halen. De macro zat erop, dus direct aan de slag , maar  niet te dichtbij. Van de plm. 24 foto's de allerlaatste behoorlijk scherp , de rest niet te gebruiken. Oorzaak: bewegingsonscherpte door uit de hand fotograferen ( en niet vanaf een statief) en  te dichtbij. Wanneeer leer je het eens, Sneuper!! Alleen de kop en het borststuk zijn  scherp, de rest niet. Kleiner diafragma gebruiken ( hoger Fgetal) om de scherptediepte te laten toenemen.Ik blijf met deze materie worstelen.
De Veldgids Libellen erbij gepakt, heb ik nodig , want de kennis vroeger vergaard in m'n jeugdbondtijd , en ik ook aan libellen deed, is verdwenen en achterhaald. In die tijd hadden we nog nooit van een heidelibel gehoord, wel van de Sympetrumfamilie. Vaak Sympetrum vulgatum gevangen en gedetermineerd. Wat we met azijnether uitspookten zal ik niet verklappen, maar fraai was het, achteraf gezien , niet. Met het standaardwerk in de hand kom ik uit op een  Bruinrode Heidelibel(Sympetrum striolatum). Veel kenmerken kan ik vanaf de foto niet verifieren, alleen het in de gids vermelde kenmerk dat een Bruinrode heidelibel een cilindrisch achterlijf heeft , en de andere een knotsvormig, is voor mij reden om het een Bruinrode te laten zijn. Maar wie het beter weet mag het zeggen.

vrijdag 7 november 2014

Wulpen


Al ganzenkijkend ontdek je ook regelmatig een vlucht Wulpen, foeragerend op een naastgelegen weiland, soms zelfs tussen de ganzen. Ze zijn niet bang voor elkaar.  Het zijn er de laatste dagen veel. Op (door)trek naar Engeland en West- Frankrijk. Het is hier ook een broedvogel, die in allerlei biotopen broedt. Rond de 7.000 paar. Vroeger vooral in heideterreinen, tegenwoordig zijn ze niet zo kieskeurig: duinen, akkers, graslanden in allerlei soorten en maten, kwelders en hoogvenen. De enige plek in de provincie Utrecht  waar ze broedden waren tot voor enkele jaren de blauwgraslandjes langs de Meije. En als ik me goed herinner ook een keer een broedpaar in Polder Groot Mijdrecht Noord.

"Een Wulp kijkt naar z'n gulp" luidt het ezelsbruggetje. Zelf denk ik bij de Wulp altijd aan de pijpenstopper van mijn opa. Deze is gemaakt van een Wulpenbek (snavel dus) zie foto.Ik herinner me nog dat hij hem gebruikte.De brede achterkant was de stopper waarmee de tabak werd aangestopt, met de voorkant werd de pijp leeggekrabd. Deze punt is nog origineel, vandaar ook de slijtage, de andere zilveren delen zijn er later als restauratie opgezet. In de tijd dat ik pijpenroker was gebruikte ik dit erfstuk, een van de weinige, evenals de zilveren tabaksdoos van mijn andere opa.

opa.

donderdag 6 november 2014

Smienten


De laatste weken komen er steeds meer Smienten in onze poldersloten , inclusief de plassen. Een bekende smientenplas in onze omgeving is de Ouderkerker Plas, aantallen rond de tienduizend zijn geen zeldzaamheid. Ook de natuurontwikkelingsgebieden de Waverhoek en de Groene Jonker herbergen op het toppunt meestal honderden Smienten.
Zomers verblijven de meeste in Nederland overwinterende Smienten in Noordwest-Europa. Zo nu en dan broedt een paartje in ons land maar veel zijn het er niet. Ook in de Waverhoek is wel eens een broedgeval geconstateerd. Toch gaat het aantal overwinteraars langzaam terug, misschien blijven ze hangen in wat noordelijker liggende landen.
Mannetje en vrouwtje geven het bekende beeld bij de eenden: een schitterend getekend mannetje en een onopvallend vrouwtje. Ze is grondbroeder. Als de mannetjes hebben geruid is de hele kop bruin, geen gele kopstreep. Door slijtage van de veren komt langzamerhand de gele streep tevoorschijn. Deze streep speelt een rol bij het baltsen en dreigen naar andere mannetjes. Als de kop gestrekt wordt komt het geel dreigend over, of tegenover vrouwtjes indrukwekkend.
De Smient wordt ook wel Fluiteend genoemd. Wie 'm gehoord heeft weet waarom.