Blijkbaar zit er zoveel ruimte tussen de deuren, rubberstrip?, dat het blad tot nog toe geen schade ondervindt.
De meeste legers zijn open en bloot een kuil in het gras waar de Haas, het Haas zeggen jagers, overdag uitrust en slaapt. (foto beneden) Soms alleen maar pure klei als ondergrond op een maisveld .
.JPG)
Dan de cameraval: alleen maar koeien die later op de dag in dat weiland zijn losgelaten tot mijn verrassing, want ze stonden eerst op 3. Ze hadden wel in de gaten dat er iets hing wat ze nog nooit gezien hadden. Eén koe ging de lenzen soppen met z'n tong. Daardoor een slecht wazig beeld. De enig vogel die duidelijk door het beeld liep was een Zwarte Kraai. Geen succes dus. Waar blijft die Visotter??
Als bijvangst ontdekte ik een slaapplaats van Aalscholvers in een boom midden in de Gagel . Zie foto. Vanavond zo'n 10 vogels.
Gisteravond stond ik ook langs de Gagelweg om hun slaapplaats te ontdekken. Op de slaapplaats van vorig jaar, tezamen met Grote Zilverreigers, was niks te zien. Misschien werden ze afgeschrikt door een paar vissers die tegenover de plek vanuit tentjes visten. Ze vlogen richting Enschedeweg en verdwenen achter een boerderij.
P.S. Vanmiddag de eerste Kolganzen (12) langs de Hoofdweg en de Westerlandweg. Verder daar 120 Grauwe Ganzen, maar die zitten er het hele jaar.
Ze komen eraan, schreef ik in het verleden wel eens. Daarmee doelde ik op de ganzen zoals Kolgans, Brandgans , Rietgans en Grauwe Gans. Uit verschillende bronnen verneem ik dat er hier en daar 1000en Kolganzen voorbij trekken.Vooral in het Noorden en Oosten worden grotere groepen waargenomen. Net als de Batavieren komen zij bij Lobith ons land binnen. Maar de grote bulk moet nog komen. Het schijnt wat vroeger te zijn dan normaal.
Overigens broeden de genoemde soorten, behalve de Rietgans, in steeds grotere getale met name op de Wadden met aanliggende kwelders en in de Delta.
Ik heb net een rondje Ronde Venen gedaan maar de regen ontnam me het zicht.
De Klimop bloeit, al enkele weken is het een komen en gaan van vooral Wespen ( een kleinzoon dacht dat er wel eens een Wespennest in de Klimop zou kunnen zitten) Hommels en andere Vliesvleugeligen, zoals deze Kegelbijvlieg, ik had er nog nooit van gehoord. Het is dus een vlieg en geen bij alhoewel het beestje erg veel op een bij lijkt, vandaar de naam. Kegel heeft vooral te maken de vorm van het achterlijf.
De Klimop is één van de laatste bloeiers, de Vlinderstruik doet trouwens nog goed mee en dat komt door mijn vele knipbeurten. Altijd de uitgebloeide bloem wegknippen, dan heb je tot in het najaar plezier van een Vlinderstruik. Nog niet de grote snoei, dat komt in het voorjaar na de laatste nachtvorst. Op de onderste foto een foeragerende Wesp.
Zo, ik ben weer afgedaald naar plm. 5 meter onder NAP, de Derde Bedijking. De laatste weken genoeg bomen gezien, ik ben altijd blij weer in de polder te zijn. Al was het alleen maar door de meerdere mogelijkheden tot fotograferen. In het bos valt het me altijd tegen, de telelens is niet uit z'n hoes geweest. Elk landschap moet je leren kennen en ben ik de laatste jaren regelmatig in de bossen van de Utrechtse Heuvelrug geweest om wat kennis op te doen. Valt toch steeds tegen.
Ben begonnen in de eigen tuin die nodig aangepakt moet worden, maar eerst de huishouding van de caravan opruimen. In de Gele Kornoelje zag ik onderstaand blad met een "mijn"van een mineerder, echter de totale gang was leeggegeten. Een mijn van een mineerder is een soort uitholling, de twee buitenste lagen van het blad, epidermis, blijven zitten. Hier niet dus, de determinatie-computer van waarneming.nl maakte er een vuurvlinder van ! Klopt dus niet. Na wat gezoek kwam ik op de website van de Vlinderstichting bij de mineerders terecht. Zodra een mineerder, een soort vliegje, op een bepaalde soort plant zijn gangen maakt wordt het beestje naar de plant genoemd. Hier dus op de Gele Kornoelje.
Ik ben niet zeker van de determinatie door het ontbreken van de epidermislagen.
