donderdag 25 juni 2015

Lekker in't zonnetje


Koudbloedig en warmbloedig. Jarenlang stonden deze begrippen in de leerboeken van onze leerlingen. Koudbloedig waren dieren die hun temperatuur niet zelf konden regelen en warmbloedige dieren konden dat wel. Geleedpotigen , o.a. insecten, zijn koudbloedig en hebben kunstjes nodig om op temperatuur te komen zodat ze bijvoorbeeld sneller kunnen jagen of sneller kunnen vluchten. Op de foto is zo'n kunstje te zien: opwarmen in de zon. Als ze 's ochtends moeten bijkomen van een koude nacht willen ze graag in het zonnetje opwarmen. Het was vanochtend druk in deze Vuilboom, op veel bladeren zaten vliegen en hommels. Wespen heb ik het nog niet zien doen. Ook libellen zitten graag in de zon.
Het is niet zo dat een warmbloedig dier per definitie ook warmer is als een koudbloedige. Als je zo een poos in de zon zit kan de lichaamstemperatuur best hoger zijn als die van een warmbloedige. Tegenwoordig spreekt men dan ook liever van een constante en een niet-constante lichaamstemperatuur. Bij een constante temperatuur komt de warmte van binnenuit ( endotherm) en bij een niet-constante komt de warmte van buiten het dier (exotherm). Er zijn ook dieren die beide hebben, hexotherm. Denk aan  dieren met winterslaap, zoals Egels en vleermuizen. Deze kunnen hun stofwisseling  weken en zelfs maanden op een lagere stand zetten, zodat de temperatuur behoorlijk daalt en er niet meer gegeten en gedronken hoeft te worden .

Geen opmerkingen:

Een reactie posten