In het Gemeenteplantsoen bij mij achter komen steeds meer soorten voor die je niet direct in een dergelijk plantsoen verwacht: zo langzamerhand helemaal afgedekt met Speenkruid, dat bijna dreigt te bloeien, de Sneeuwklokjes zijn al uitgebloeid, een grote pol Gevlekte Aronskelk die elk jaar groter wordt, een bosje bloeiende Narcissen en nu zag ik naast de Aronskelk dit prachtig witte bloempje: volgens de determinatie-computer de Gewone Vogelmelk. Een hele gewone naam voor zo'n mooie plant. Hoe al die bijzonderheden hier komen? Ik vermoed dat een buurtgenoot niet langer bepaalde soorten in zijn tuin wil en dan de bollen en de knollen ervan in het plantsoen dumpt. Een andere oorzaak zou ik niet weten. Ik kan me niet voorstellen dat de hoveniers van de gemeente ze planten. De Gewone Vogelmelk heeft per streek een andere volksnaam. In Friesland Nakende Meisjes, in Kennemerland Nakende Bruidjes, in Groningen Steerntje, Sallanders noemen het Sterretje, in Zutphen Kraaienlook en op Walcheren Wilde Zomerzotjes. En zo zullen er nog wel een paar zijn. Maar waar dat naakte vandaan komt. Is zoiets nou ook grensoverschrijdend?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten