Het is nu ook de tijd voor de kleine rietvogels om te nestelen en te broeden. Bij elke dam die ik in mijn weidevogelgebied moet passeren kom ik ze tegen: Rietzangers, Kleine Karekieten en vanmiddag ook een paartje Rietgorzen. Ik doe maar geen moeite om een nest te vinden, hoewel ik graag een nestje zie en daarvan geniet, in de mini-wildernis op zo'n dam met oud en nieuw opkomend Riet, Brandnetels, Gele Lis en allerlei grassen vind je het nest toch niet. Op de foto een mannetje Rietgors, kenmerkend hoog in het riet met z'n korte zang . Het is geen uitbundige zanger. Komt voor van West-Europa tot in Japan. In ons land waarschijnlijk zo tussen de 50.000 en 100.000 broedparen. Het mannetje heeft in het voorjaar een kenmerkende zwarte kop met een witte nek- en baardstreep.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten