Zo
nu en dan gebruik ik bij de Nederlandse naam van plant of dier ook de
wetenschappelijke naam. Alle bekende en
beschreven organismen hebben meestal een naam in de landstaal en vaak ook
één of meer volksnamen. Daarnaast een wetenschappelijke dubbele naam, die
geschreven is in het Latijn. Bijvoorbeeld de Spreeuw z'n
wetenschappelijke naam is Sturnus
vulgaris. Die is over de hele wereld dezelfde, zodat ze in Peru of Nieuw
Zeeland weten dat het om die vogel gaat. De eerste naam is de familienaam (
heeft niets te maken met man/vrouw) en de tweede de soortnaam. De zeldzame Roze
Spreeuw heet Sturnus roseus. Sturnus geeft de familie aan, vulgaris
en roseus de soortnaam. De ontdekker
van een nieuwe soort beschrijft deze in de literatuur en geeft plant of dier
een wetenschappelijke naam. Uiteraard ontstaan hierover vaak discussies met
collega’s.
Het
gebeurt niet zo vaak dat er een nieuwe familie ontdekt wordt, die naam ligt dus
meestal wel vast. De tweede naam is vaak kunstmatig potjeslatijn, vulgaris betekent “gewoon” en roseus
moet op “roze” lijken. Die tweede
soortnaam kan overal vandaan komen: onze Kolgans heet Anser albifrons, de soortnaam hier betekent “wit front”. De kol
rond de snavel is inderdaad wit. De Nijlgans heet Alopochen aegyptiacus, uit Egypte dus. De Koolmees is Parus major (groter) en de Pimpelmees
heet Parus caeruleus ( blauwachtig).
Bij
de Larus argentatus smithsonianus, de
Amerikaanse Zilvermeeuw ( een ondersoort van onze Zilvermeeuw), is de
ondersoortnaam afkomstig van het Smithsonian-instituut in Amerika. Soms wordt
een bekend vogelkundige of plantkundige “vernoemd”. Cygnus beweckii ( Kleine Zwaan) naar Bewick (1753-1828), een
beroemde houtgraveur en vogelkundige uit Engeland. Het Brandkruid, waar ik
enkele weken geleden over schreef,
heet Phlomis russelliana ( naar Russell, Duke of Bedford). Mijn leraar-biologie, D.T.E van der Ploeg, op de Kweekschool was een bekend florist en publiceerde veel artikelen in Gorteria. Zo nu en dan ontdekte hij een nieuwe soort en beschreef die. Of hij hetzelf voorgesteld heeft of een mede-florist, maar de nieuwe Taraxumsoort (een paardebloem) die hij ontdekte heette Taraxum ploegi.
heet Phlomis russelliana ( naar Russell, Duke of Bedford). Mijn leraar-biologie, D.T.E van der Ploeg, op de Kweekschool was een bekend florist en publiceerde veel artikelen in Gorteria. Zo nu en dan ontdekte hij een nieuwe soort en beschreef die. Of hij hetzelf voorgesteld heeft of een mede-florist, maar de nieuwe Taraxumsoort (een paardebloem) die hij ontdekte heette Taraxum ploegi.
Ik
stel me voor: ik ontdek op een verlaten eiland in de Vinkeveense Plassen een
nieuw soort mus . Hij lijkt op een Huismus ( Passer domesticus) maar heeft een zwart petje ( zie foto). Ik beschrijf de nieuwe soort en noem 'm Passer sneuperi . Goed toch!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten