donderdag 29 februari 2024

Het grote oog van het Haas.


                                                                                                                                                                  De Haas op de foto zit rustig weggedoken in de slootkant, geen zorgen over gevaar, als dat wel het geval zou zijn was hij allang weggesprint. Zijn zintuigen heeft hij voortdurend nodig, ook in het kale weiland waar hij een  groot deel van zijn leven doorbrengt. Het zijn geen bosdieren, die plek wordt ingenomen  door konijnen. Konijnen hebben dan ook holen waar ze vooral overdag slapen en hun jongen groot brengen. Hazen hebben geen hol, de weke ondergrond is daar totaal niet geschikt voor. Ze hebben geen vaste stek, hun leger, zoals we hun slaapplek noemen, is een wat diepere kuil in het gras of wat grotere planten. Meestal elke nacht een nieuwe. alhoewel ik wel eens een Haas uit een vaker gebruikt leger heb verstoord. Ook op een  kaal maisveld heb ik wel eens een leger ontdekt.( zie foto)



Om gevaar te ontdekken heeft de Haas vooral nodig zijn gehoor, zijn reukzintuig in de neus en de ogen. Gehoor met twee lange oorschelpen, lepels zoals ze genoemd worden, die afzonderlijk 190 graden  gedraaid kunnen worden. Hazen zijn altijd gespitst op geluiden. Net zoals de geuren die ze met de grote neus opsnuiven. Dat gaat om verdachte geuren, maar ook om een bronstig vrouwtje te kunnen ruiken. Dan de grote ogen: ze zitten aan weerszijden van de kop, zodat ze een groot gezichtsveld hebben. Beweging daarin kan gevaar zijn. Maar scherp kijken naar voren is er niet bij, de gezichtsvelden overlappen elkaar niet. Ik heb meermalen meegemaakt dat Hazen recht op me afliepen, ze zagen me niet. Pas op het laatste ogenblik kregen ze me in de gaten, eerder door een kuchje (of door geur? Maar ik gebruik geen aftershave).

Jagers noemen een Haas het Haas.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten