donderdag 19 oktober 2023

Gewone Wilgenroosjesgalmug.


Over gallen heb ik nog niet vaak geschreven. Op 3 augustus 2015 fietsten mijn vrouw en ik richting Maarn op de Utrechtse Heuvelrug ( met veel eiken) en waren we op zoek naar de nesten en de rupsen van de Eikenprocessierups. Geen teken van aanwezigheid gelukkig, hier en daar had men de bomen gemarkeerd waar toch een nest te vinden was. Ik vond een Zomereik met een geweldige tak met Knikkergallen, dus op de plaat gezet.
Ik heb tijdens de vakanties wel meer gallen onder handen gehad maar heb er blijkbaar niet over geschreven. Vanochtend dus wel: Ik heb weer eens mijn NordicWalkin'stokken uitgelaten op het Argonrondje en zag op het fietspad, waar de gemeente ijverig jonge Knotwilgen kweekt, in een Schietwilg twee donkerbruine rozen in een nog groene wilg zitten. Zoiets valt mij onmiddellijk op. Ik moest denken aan een gal.  Wel was dit een aparte, maar fraai gevormde.

Een gal is een woekering  van de plant  veroorzaakt door een parasiet of een diertje waarmee de plant in symbiose leeft. Het kunnen zijn galwesp, galvlieg, mijt, nematode, schimmels of bacterien. Een galwesp en galvlieg, vaak de meeste veroorzakers, leggen een eitje met een legboor in het weefsel, die door bepaalde stoffen die bij het eitje zitten op die plek enorm veel cellen gaat vormen. Bekend is de Knikkergal aan een Eik. Uit het eitje komt een larfje dat zich na verloop van tijd verpopt en hier komt dan weer een vliegje uit.



Een volslagen bruine top van een tak in een volslagen nog groene Schietwilg. Dat is verdacht.  Een gal? Ik heb een foto genomen en toen het takje meegenomen naar huis voor nog meer foto's. Determinatie: Eerst maar eens het aloude standaardwerk (?)  het Gallenboek uit 1955 van W.M. Docters van Leeuwen gepakt. Hij gaat uit van de plant/boom waaraan de gal zit. Ík kwam dus direkt bij de Wilg terecht. Bij de beschrijving werd deze gal beschreven als een rozet van bladeren die van boven naar beneden steeds kleiner worden. Ze staan afgestorven en bruin en zwart wordend in de winter op een verdikte stengelknop, waarin eerst het eitje en later een roze gekleurd larfje zit. Dan vindt verpopping plaats. In het boek heet het nog een Wilgenroosje, het lijkt op een echt Wilgenroosjesbloem. Nu heet deze mug de Gewone Wilgenroosjesgalmug.


Ik  heb geprobeerd het roze larfje tevoorschijn te krijgen , maar er zat niks in . Hoogstens een eitje als een stipje. Het verdikte eindknopje, op de foto links,  was loeihard en kreeg ik het met een scalpel met veel kracht uit elkaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten