Zo hier en daar in het Veenweidegebied zie je ze nog, een pestbosje. Ver weg van de boerderij werden de dode koeien begraven, het liefst op het laatste stuk land , zodat andere koeien niet ziek konden worden. Miltvuur was een gevaarlijke, vervelende ziekte bij koeien. Zo ook de pest . De dode dieren werden nog niet opgehaald door het destructiebedrijf (als je bij een boerderij langs de weg een hoop plastic ziet of een omgekeerde kruiwagen dan ligt er een gestorven stuk vee onder en wordt het dode beest door een speciale vrachtauto opgehaald) maar begraven op dat kleine stukje land, omgeven door een sloot zodat de grazende koeien er niet bij konden komen. Men liet de planten op dat stuk groeien zodat er ook struiken en bomen kwamen. Deze werden gebruikt op de boerderij als bezemstokken, stokken voor een hek, hekwerken, hout voor de kachel en bezems zelf. Dan was het dus ook een geriefbosje, hout voor de boerderij.
Helaas zijn veel bosje opgeruimd, het bosje op de foto staat in Portengen. Er zijn nog wel bosjes maar er zijn weinig overgebleven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten